Entfernung: deutsche und niederländische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Entfernung:
- afstand; distantie; eindpunt; verwijdering; uitsluiting; royement; uitstoting; schrapping
Wiktionary:
- Entfernung → eind, afstand, uitwijzing, end

Deutsch

Detailübersetzungen für Entfernung (Deutsch) ins Niederländisch

die Entfernung (Abstand; Distanz)
de afstand; de distantie; het eindpunt
- afstand [de ~ (m)] Nomen
- distantie [de ~ (v)] Nomen
- eindpunt [het ~] Nomen
die Entfernung (Entfremdung)
de verwijdering
- verwijdering [de ~ (v)] Nomen
die Entfernung (Ausschließung; Löschung; Aussperrung; Ausstoßung)
de uitsluiting; het royement; de uitstoting; de schrapping
- uitsluiting [de ~ (v)] Nomen
- royement [het ~] Nomen
- uitstoting [de ~ (v)] Nomen
- schrapping [de ~ (v)] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
afstand	Abstand; Distanz; Entfernung	Strecke; Teilstrecke
distantie	Abstand; Distanz; Entfernung
eindpunt	Abstand; Distanz; Entfernung	Bestimmung; Endpunkt; Entgültiges Ziel; Finish; Reisebestimmung; Ziel; Zielbahnhof; Ziellinie
royement	Ausschließung; Aussperrung; Ausstoßung; Entfernung; Löschung
schrapping	Ausschließung; Aussperrung; Ausstoßung; Entfernung; Löschung	Ausstrich; Streichung
uitsluiting	Ausschließung; Aussperrung; Ausstoßung; Entfernung; Löschung	Disqualifikation; Disqualifizierung
uitstoting	Ausschließung; Aussperrung; Ausstoßung; Entfernung; Löschung	Ausschließung; Ausschluß; Ausstoßung
verwijdering	Entfernung; Entfremdung

Cross Translation:

From	To	Via
• Entfernung	→ eind; afstand	↔ distance — amount of space between two points
• Entfernung	→ uitwijzing	↔ expulsion — the act of expelling or the state of being expelled
• Entfernung	→ afstand; eind; end	↔ distance — (figuré) différence de nature, de statut, de classe sociale.