Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. tollen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für Tölt (Niederländisch) ins Deutsch

tollen:

tollen Verb (tol, tolt, tolde, tolden, getold)

  1. tollen (rondtollen; draaien)
    kreiseln; herumdrehen; sich drehen; wirbeln; herumwirbeln
    • kreiseln Verb (kreisele, kreiselst, kreiselt, kreiselte, kreiseltet, gekreiselt)
    • herumdrehen Verb (drehe herum, drehst herum, dreht herum, drehte herum, drehtet herum, herumgedreht)
    • sich drehen Verb (drehe mich, drehst dich, dreht sich, drehte sich, drehtet euch, sich gedreht)
    • wirbeln Verb (wirbele, wirbelst, wirbelt, wirbelte, wirbeltet, gewirbelt)
    • herumwirbeln Verb (wirble herum, wirbelst herum, wirbelt herum, wirbelte herum, wirbeltet herum, herumgewirbelt)

Konjugationen für tollen:

o.t.t.
  1. tol
  2. tolt
  3. tolt
  4. tollen
  5. tollen
  6. tollen
o.v.t.
  1. tolde
  2. tolde
  3. tolde
  4. tolden
  5. tolden
  6. tolden
v.t.t.
  1. heb getold
  2. hebt getold
  3. heeft getold
  4. hebben getold
  5. hebben getold
  6. hebben getold
v.v.t.
  1. had getold
  2. had getold
  3. had getold
  4. hadden getold
  5. hadden getold
  6. hadden getold
o.t.t.t.
  1. zal tollen
  2. zult tollen
  3. zal tollen
  4. zullen tollen
  5. zullen tollen
  6. zullen tollen
o.v.t.t.
  1. zou tollen
  2. zou tollen
  3. zou tollen
  4. zouden tollen
  5. zouden tollen
  6. zouden tollen
en verder
  1. ben getold
  2. bent getold
  3. is getold
  4. zijn getold
  5. zijn getold
  6. zijn getold
diversen
  1. tol!
  2. tolt!
  3. getold
  4. tollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für tollen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
herumdrehen draaien; rondtollen; tollen draaien; iets omdraaien; kantelen; keren; kolken; omdraaien; omkeren; omwenden; omzwaaien; rollen; ronddraaien; roteren; wenden; wentelen; zich omdraaien; zwenken
herumwirbeln draaien; rondtollen; tollen draaien; kantelen; kolken; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen
kreiseln draaien; rondtollen; tollen draaien; keren; kolken; omdraaien; ronddraaien; wenden; wervelen; wielen
sich drehen draaien; rondtollen; tollen draaien; kantelen; kolken; rollen; ronddraaien; rondwentelen; roteren; wenden; wentelen; wervelen; wielen; zwenken
wirbeln draaien; rondtollen; tollen aanmodderen; de trom roeren; draaien; dwarrelen; kolken; naar beneden zweven; prutsen; roffelen; rommelen; ronddraaien; trommelen; wervelen; wielen; zwieren

Verwandte Wörter für "tollen":