Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- te gronde richten:
-
Wiktionary:
- te gronde richten → senken, absenken, herablassen, erniedrigen, entwürdigen, diskreditieren, in Misskredit bringen, in Verruf bringen, reduzieren, umbringen, verderben, streichen, demütigen
Niederländisch
Detailübersetzungen für te gronde richten (Niederländisch) ins Deutsch
te gronde richten:
-
te gronde richten (verwoesten; vernielen)
zerstören; verwüsten; ausradieren; zertrümmern; verheeren; zugrunde richten-
zugrunde richten Verb (richte zugrunde, richtest zugrunde, richtet zugrunde, richtete zugrunde, richtetet zugrunde, zugrunde gerichtet)
Konjugationen für te gronde richten:
o.t.t.
- richt te gronde
- richt te gronde
- richt te gronde
- richten te gronde
- richten te gronde
- richten te gronde
o.v.t.
- richtte te gronde
- richtte te gronde
- richtte te gronde
- richtten te gronde
- richtten te gronde
- richtten te gronde
v.t.t.
- heb te gronde gericht
- hebt te gronde gericht
- heeft te gronde gericht
- hebben te gronde gericht
- hebben te gronde gericht
- hebben te gronde gericht
v.v.t.
- had te gronde gericht
- had te gronde gericht
- had te gronde gericht
- hadden te gronde gericht
- hadden te gronde gericht
- hadden te gronde gericht
o.t.t.t.
- zal te gronde richten
- zult te gronde richten
- zal te gronde richten
- zullen te gronde richten
- zullen te gronde richten
- zullen te gronde richten
o.v.t.t.
- zou te gronde richten
- zou te gronde richten
- zou te gronde richten
- zouden te gronde richten
- zouden te gronde richten
- zouden te gronde richten
en verder
- ben te gronde gericht
- bent te gronde gericht
- is te gronde gericht
- zijn te gronde gericht
- zijn te gronde gericht
- zijn te gronde gericht
diversen
- richt te gronde!
- richtt te gronde!
- te gronde gericht
- te gronde richtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für te gronde richten:
Wiktionary Übersetzungen für te gronde richten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• te gronde richten | → senken; absenken; herablassen; erniedrigen; entwürdigen; diskreditieren; in Misskredit bringen; in Verruf bringen; reduzieren; umbringen; verderben; streichen; demütigen | ↔ abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur. |
Computerübersetzung von Drittern: