Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- openbaar:
- Openbaar:
- openbaren:
-
Wiktionary:
- openbaar → öffentlich, Staatsanwaltschaft
- openbaar → öffentlich
- openbaren → offenbaren, offenlegen
- openbaren → darlegen, einleuchten, erklären, erläutern, entwickeln
-
User Contributed Translations for openbaar:
- offenbar
Niederländisch
Detailübersetzungen für openbaar (Niederländisch) ins Deutsch
openbaar:
-
openbaar (publiek)
öffentlich-
öffentlich Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für openbaar:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
- | publiek | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
öffentlich | openbaar; publiek | cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; ploertig; rechttoe rechtaan |
Verwandte Wörter für "openbaar":
Synonyms for "openbaar":
Antonyme für "openbaar":
Verwandte Definitionen für "openbaar":
Wiktionary Übersetzungen für openbaar:
openbaar
Cross Translation:
adjective
-
vrij toegankelijk
- openbaar → öffentlich
-
Openbaar Ministerie
- openbaar → Staatsanwaltschaft
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• openbaar | → öffentlich | ↔ public — pertaining to people as a whole |
Openbaar:
-
Openbaar (Externe contactpersonen)
Übersetzung Matrix für Openbaar:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Öffentlich | Externe contactpersonen; Openbaar | |
Not Specified | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Externe Kontakte | Externe contactpersonen; Openbaar |
openbaar form of openbaren:
-
openbaren (zich uiten)
offenbaren; vorführen; eröffnen; erleuchten; entschleiern; öffnen; vorweisen; kundgeben; freigeben; hervorbringen-
entschleiern Verb (entschleiere, entschleierst, entschleiert, entschleierte, entschleiertet, entschleiert)
-
hervorbringen Verb (bringe hervor, bringst hervor, bringt hervor, brachte hervor, brachtet hervor, hervorgebracht)
-
openbaren (publiceren; uitbrengen)
veröffentlichen; bekanntmachen; bekanntgeben-
veröffentlichen Verb (veröffentliche, veröffentlichst, veröffentlicht, veröffentlichte, veröffentlichtet, veröffentlicht)
-
bekanntmachen Verb (mache bekannt, machst bekannt, macht bekannt, machte bekannt, machtet bekannt, bekannt gemacht)
-
bekanntgeben Verb
-
Konjugationen für openbaren:
o.t.t.
- openbaar
- openbaart
- openbaart
- openbaren
- openbaren
- openbaren
o.v.t.
- openbaarde
- openbaarde
- openbaarde
- openbaarden
- openbaarden
- openbaarden
v.t.t.
- heb geopenbaard
- hebt geopenbaard
- heeft geopenbaard
- hebben geopenbaard
- hebben geopenbaard
- hebben geopenbaard
v.v.t.
- had geopenbaard
- had geopenbaard
- had geopenbaard
- hadden geopenbaard
- hadden geopenbaard
- hadden geopenbaard
o.t.t.t.
- zal openbaren
- zult openbaren
- zal openbaren
- zullen openbaren
- zullen openbaren
- zullen openbaren
o.v.t.t.
- zou openbaren
- zou openbaren
- zou openbaren
- zouden openbaren
- zouden openbaren
- zouden openbaren
en verder
- is geopenbaard
- zijn geopenbaard
diversen
- openbaar!
- openbaart!
- geopenbaard
- openbarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für openbaren:
Wiktionary Übersetzungen für openbaren:
openbaren
Cross Translation:
verb
-
wat voorheen een geheim was algemeen bekend maken
- openbaren → offenbaren; offenlegen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• openbaren | → darlegen; einleuchten; erklären; erläutern; entwickeln | ↔ développer — dégager une chose de ce qui l’envelopper. |