Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. afvinken:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afvinken (Niederländisch) ins Deutsch

afvinken:

afvinken [znw.] Nomen

  1. afvinken (aankruisen; aanstrepen)
    Ankreuzen; Anstreichen

afvinken Verb

  1. afvinken (vinken; aanstrepen)
    anstreichen; unterstreichen
    • anstreichen Verb (streiche an, streichst an, streicht an, strich an, stricht an, angestrichen)
    • unterstreichen Verb (unterstreiche, unterstrichst, unterstricht, unterstrich, unterstrichen)

Übersetzung Matrix für afvinken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Ankreuzen aankruisen; aanstrepen; afvinken
Anstreichen aankruisen; aanstrepen; afvinken aanstrepen; beschilderen; het verven; schilderen; schilderwerk; verven
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anstreichen aanstrepen; afvinken; vinken beschilderen; lakken; schilderen; verven
unterstreichen aanstrepen; afvinken; vinken onderstrepen

Wiktionary Übersetzungen für afvinken:


Cross Translation:
FromToVia
afvinken markieren; abzeichnen check — to mark with a checkmark
afvinken abhaken; ankreuzen tick — make a tick mark
afvinken markieren; ankreuzen; abhaken cocher — Marquer d’une coche, d’une entaille.

Computerübersetzung von Drittern: