Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: eenling

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: eenling

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

eenling:
- Einzelgänger; Individuum; Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen
Wiktionary:
- eenling → Blindgänger

Niederländisch

Detailübersetzungen für eenling (Niederländisch) ins Deutsch

eenling:

eenling [de ~ (m)] Nomen

de eenling (enkeling; individu)
der Einzelgänger; Individuum; der Einzelne; die Einzelperson; Einzelwesen
- Einzelgänger [der ~] Nomen
- Individuum [das ~] Nomen
- Einzelne [der ~] Nomen
- Einzelperson [die ~] Nomen
- Einzelwesen [das ~] Nomen

Übersetzung Matrix für eenling:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Einzelgänger	eenling; enkeling; individu	individualist; solitair
Einzelne	eenling; enkeling; individu	individu; mens; persoon; sterveling; wezen
Einzelperson	eenling; enkeling; individu	individu; mens; persoon; sterveling; wezen
Einzelwesen	eenling; enkeling; individu	iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen
Individuum	eenling; enkeling; individu	individu; mens; persoon; sterveling; wezen

Verwandte Wörter für "eenling":

eenlingen

Wiktionary Übersetzungen für eenling:

eenling

noun

-
- Blindgänger → echtbrekster; eenling; einzelgänger; vrijgezel; man; echtbreker; misser; dienstweigeraar; grootspreker; grootsprekster; pocher; mislukking; misslag; wanprestatie; flop; mislukkelinge; fout; mislukkeling