Niederländisch

Detailübersetzungen für te gronde richten (Niederländisch) ins Deutsch

te gronde richten:

te gronde richten Verb (richt te gronde, richtte te gronde, richtten te gronde, te gronde gericht)

  1. te gronde richten (verwoesten; vernielen)
    zerstören; verwüsten; ausradieren; zertrümmern; verheeren; zugrunde richten
    • zerstören Verb (zerstöre, zerstörst, zerstört, zerstörte, zerstörtet, zerstört)
    • verwüsten Verb (verwüste, verwüstest, verwüstet, verwüstete, verwüstetet, verwüstet)
    • ausradieren Verb (radiere aus, radierst aus, radiert aus, radierte aus, radiertet aus, ausradiert)
    • zertrümmern Verb (zertrümmere, zertrümmerst, zertrümmert, zertrümmerte, zertrümmertet, zertrümmert)
    • verheeren Verb (verheere, verheerst, verheert, verheerte, verheertet, verheert)
    • zugrunde richten Verb (richte zugrunde, richtest zugrunde, richtet zugrunde, richtete zugrunde, richtetet zugrunde, zugrunde gerichtet)

Konjugationen für te gronde richten:

o.t.t.
  1. richt te gronde
  2. richt te gronde
  3. richt te gronde
  4. richten te gronde
  5. richten te gronde
  6. richten te gronde
o.v.t.
  1. richtte te gronde
  2. richtte te gronde
  3. richtte te gronde
  4. richtten te gronde
  5. richtten te gronde
  6. richtten te gronde
v.t.t.
  1. heb te gronde gericht
  2. hebt te gronde gericht
  3. heeft te gronde gericht
  4. hebben te gronde gericht
  5. hebben te gronde gericht
  6. hebben te gronde gericht
v.v.t.
  1. had te gronde gericht
  2. had te gronde gericht
  3. had te gronde gericht
  4. hadden te gronde gericht
  5. hadden te gronde gericht
  6. hadden te gronde gericht
o.t.t.t.
  1. zal te gronde richten
  2. zult te gronde richten
  3. zal te gronde richten
  4. zullen te gronde richten
  5. zullen te gronde richten
  6. zullen te gronde richten
o.v.t.t.
  1. zou te gronde richten
  2. zou te gronde richten
  3. zou te gronde richten
  4. zouden te gronde richten
  5. zouden te gronde richten
  6. zouden te gronde richten
en verder
  1. ben te gronde gericht
  2. bent te gronde gericht
  3. is te gronde gericht
  4. zijn te gronde gericht
  5. zijn te gronde gericht
  6. zijn te gronde gericht
diversen
  1. richt te gronde!
  2. richtt te gronde!
  3. te gronde gericht
  4. te gronde richtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für te gronde richten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ausradieren te gronde richten; vernielen; verwoesten uitgommen; uitroeien; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvagen; wegvegen; wissen
verheeren te gronde richten; vernielen; verwoesten afbreken; ruineren; slopen; vernielen; vernietigen; verwoesten
verwüsten te gronde richten; vernielen; verwoesten afbreken; ruineren; slopen; vernielen; vernietigen; verwoesten
zerstören te gronde richten; vernielen; verwoesten afbreken; bederven; breken; in de war sturen; met opzet kapotmaken; nekken; ruineren; ruïneren; slopen; vernielen; vernietigen; verwoesten; verzieken
zertrümmern te gronde richten; vernielen; verwoesten aan stukken slaan; aantasten; aanvreten; afbreken; bederven; beschadigen; inslaan; kapotgooien; kapotslaan; ruineren; slopen; smashen; stukgooien; stukslaan; verbrijzelen; vernielen; vernietigen; verwoesten
zugrunde richten te gronde richten; vernielen; verwoesten


Verwandte Übersetzungen für te gronde richten