Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
-
uitkopen:
-
Wiktionary:
uitkopen → abfinden, entschädigen, loskaufen, auszahlen, leerkaufen, aufkaufen, freikaufen
-
Wiktionary:
Niederländisch
Detailübersetzungen für uitkopen (Niederländisch) ins Deutsch
uitkopen: (*Wort und Satz getrennt)
- uit: von hier; aus; klar; fertig; bereit; geschafft; erledigt; beendet; einsatzbereit; vollendet; parat; ab jetzt
- kopen: einkaufen; erwerben; kaufen; erstehen; ankaufen; Erwerb; Kauf; Abnahme; Ankauf; Akquisition; Erwerbung; Aquisition; sich etwas beschaffen; sich einer Sache bemächtigen
- uiten: mitteilen; ausdrücken; in Worte fassen; sich aus drücken; äußern
- kop: Schlagzeile; Überschrift; Titel; Rubrik; Tasse; Kaffeetasse
Wiktionary Übersetzungen für uitkopen:
uitkopen
verb
-
door geld afkopen, iemand geld betalen om daardoor bepaalde rechten te verwerven of van bepaalde verplichtingen ontslagen te zijn, bijvoorbeeld als aandeelhouder iemands rechten als deelhebber afkopen
- uitkopen → abfinden; entschädigen; loskaufen; auszahlen
-
(een winkel)) geheel leegkoopen
- uitkopen → leerkaufen
-
(een voorraad) geheel opkoopen
- uitkopen → aufkaufen
-
zich vrijkopen, afkopen
- uitkopen → freikaufen