Übersicht
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
- verval:
-
vervallen:
- deteriorate; decay; expire; elapse; pass; go by; incline; slope; slant; shelve; decrease; decline; shrink; remove; dwindle; wain; take away; go thieving; be shortcoming; prolapse; subside; be going down hill; sink; sag; go under; disintegrate; fall into decay; crumble; fall apart; fall to bits; go to ruin; fall to pieces
- expired; elapsed; lapsed; decrepit; worn out; worn; worn with age; kicked off
- elapsing; passing; lapsing
-
Wiktionary:
- verval → dilapidation, decline, waste
- verval → descent, lowering, pulling down, dropping, reduction, dip, abasement, humiliation, fall, subsidence, sinking, cut, couching, prolapse, derogation, decay, destruction, ruin, adversity, failure, abatement, decrease, diminishment, curtailment, retrenchment, decrepitude, abjection, abjectness, degradation, demotion, disrating, relegation, reduction to the ranks, deterioration, disaster
- vervallen → mature, expire, decline, decay
- vervallen → dilapidated
- vervallen → obsolete, expired
-
User Contributed Translations for verval:
- expiry
Niederländisch
Detailübersetzungen für verval (Niederländisch) ins Englisch
verval:
-
het verval (achteruitgang)
-
het verval (verwording)
Übersetzung Matrix für verval:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
abatement | achteruitgang; verval | |
depravation | verval; verwording | verlies van normen en waarden; verloedering; verslechtering |
deterioration | verval; verwording | afrotten; bederf; degenerering; verbasterd woord; verbastering; verergering; verlies van normen en waarden; verloedering; verrotting; verslechtering |
Verwandte Wörter für "verval":
Wiktionary Übersetzungen für verval:
verval
Cross Translation:
noun
-
(law) the act of dilapidating, damaging a building or structure through neglect or by intention
-
the state of being dilapidated, reduced to decay, partially ruined
-
weakening
-
sloping downward
-
downward movement, fall
-
decay
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verval | → descent | ↔ Abstieg — die Verringerung eines Niveaus, zum Beispiel des sozialen Status |
• verval | → lowering; pulling down; dropping; reduction; dip; abasement; humiliation; fall; subsidence; sinking; cut; couching; prolapse; derogation; decay; destruction; ruin; adversity; failure; abatement; decrease; diminishment; curtailment; retrenchment; descent; decrepitude; abjection; abjectness; degradation; demotion; disrating; relegation; reduction to the ranks; deterioration | ↔ abaissement — action d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action. |
• verval | → disaster | ↔ désastre — événement funeste ; grand malheur ; les effets qui en résulter. |
vervallen:
-
vervallen (bouwvallig worden)
-
vervallen (verstrijken; voorbijgaan; verlopen; vergaan; aflopen)
-
vervallen (flauw hellend aflopend; aflopen; glooien)
-
vervallen (minder worden; declineren; afnemen; verminderen; dalen; teruggaan; tanen; minderen)
to decrease; to decline; to shrink; to remove; to dwindle; wain; to take away; to go thieving; be shortcoming-
wain Verb
-
be shortcoming Verb
-
vervallen (wegzinken; wegglijden; inzinken; aftakelen; afzakken; afglijden)
-
vervallen (vergaan; verkommeren)
to decay; to disintegrate; fall into decay; to crumble; to fall apart; to fall to bits; go to ruin; to fall to pieces-
fall into decay Verb
-
go to ruin Verb
Konjugationen für vervallen:
o.t.t.
- verval
- vervalt
- vervalt
- vervallen
- vervallen
- vervallen
o.v.t.
- verviel
- verviel
- verviel
- vervielen
- vervielen
- vervielen
v.t.t.
- ben vervallen
- bent vervallen
- is vervallen
- zijn vervallen
- zijn vervallen
- zijn vervallen
v.v.t.
- was vervallen
- was vervallen
- was vervallen
- waren vervallen
- waren vervallen
- waren vervallen
o.t.t.t.
- zal vervallen
- zult vervallen
- zal vervallen
- zullen vervallen
- zullen vervallen
- zullen vervallen
o.v.t.t.
- zou vervallen
- zou vervallen
- zou vervallen
- zouden vervallen
- zouden vervallen
- zouden vervallen
diversen
- verval!
- vervalt!
- vervallen
- vervallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
vervallen (verstreken; beëindigd; verlopen; voorbij)
-
vervallen (versleten; afgeleefd; oud; afgedragen; afgetrapt)
decrepit; worn out; worn; worn with age; kicked off-
decrepit Adjektiv
-
worn out Adjektiv
-
worn Adjektiv
-
worn with age Adjektiv
-
kicked off Adjektiv
-
-
het vervallen (verstrijken)
Übersetzung Matrix für vervallen:
Wiktionary Übersetzungen für vervallen:
vervallen
Cross Translation:
verb
-
to reach the date when payment is due
-
become invalid
-
move downwards
-
deteriorate
-
having fallen into a state of disrepair
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vervallen | → obsolete | ↔ désuet — qui n’est plus en usage |
• vervallen | → expired | ↔ périmé — Dont la date limite de consommation est dépassée. |