Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. competent:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für competent (Niederländisch) ins Englisch

competent:

competent Adjektiv

  1. competent (capabel; geschikt; bekwaam)
    qualified; capable; competent; proficient; considerate; efficient; able; skilled; fit; good
  2. competent (oordeelkundig; vakbekwaam; vakkundig; deskundig; ter zake kundig)
    competent; capable; efficient; good; able

Übersetzung Matrix für competent:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fit convulsie; driftbui; fit; kramp; pasvorm; samentrekking; stuip; stuiptrekking; woedeaanval
good artikel; ding; goed; item; object; product; voorwerp; zaak
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fit aanbrengen; aankunnen; aanleggen; aanpassen; aanproberen; bijpassen; installeren; kloppen met; monteren en aansluiten; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; passen; plaatsen; proberen; stroken; stroken met
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
able bekwaam; capabel; competent; deskundig; geschikt; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bedreven; behendig; bekwaam; fysiek in staat; geoefend; handig; in staat; intelligent; knap; kundig; vaardig
capable bekwaam; capabel; competent; deskundig; geschikt; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bedreven; behendig; bekwaam; fysiek in staat; geoefend; handig; in staat; intelligent; knap; kundig; vaardig
competent bekwaam; capabel; competent; deskundig; geschikt; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bevoegd; gediplomeerd; gekwalificeerd; rechtsbevoegd
considerate bekwaam; capabel; competent; geschikt bescheiden; dienstwillig; discreet; discrete; gedienstig; ingetogen; kies; vol zorg; voorkomend; zorgzaam
efficient bekwaam; capabel; competent; deskundig; geschikt; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig adequaat; de moeite waard; doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; gepast; geschikt; juist; krachtig; lonend; passend
fit bekwaam; capabel; competent; geschikt adequaat; arbeidsgeschikt; blakend; fit; gepast; geschikt; getraind; gezond; in staat te werken; juist; passend; valide
proficient bekwaam; capabel; competent; geschikt bedreven; behendig; bekwaam; fysiek in staat; geoefend; handig; in staat; kundig; vaardig; volleerd
qualified bekwaam; capabel; competent; geschikt gediplomeerd; gekwalificeerd
skilled bekwaam; capabel; competent; geschikt bedreven; bekwaam; bevoegd; gediplomeerd; gekwalificeerd; geleerd; geoefend; geschoold; onderwezen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
good bekwaam; capabel; competent; deskundig; geschikt; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig aangenaam; akkoord; behaaglijk; braaf; deugdzaam; fijn; in orde; leuk; lief; mee eens; plezant; plezierig; prettig; voorbeeldig; zoet

Verwandte Wörter für "competent":

  • competenter, competentere, competente

Wiktionary Übersetzungen für competent:

competent
adjective
  1. bevoegd; bekwaam
competent
adjective
  1. Skilled
  2. legally qualified
  3. skillful
  4. skilled

Cross Translation:
FromToVia
competent competent; able; accomplished; capable; efficient; skilled compétent — juri|fr Qui appartenir, qui est dû en vertu de certains droits. Il ne se dit, en ce sens, que d’une portion de quelque bien, de quelque domaine.