Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. ontkoppeling:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ontkoppeling (Niederländisch) ins Englisch

ontkoppeling:

ontkoppeling [de ~ (v)] Nomen

  1. de ontkoppeling (afhaken; afkoppeling)
    the uncoupling; the disconnection; the unhooking; the disconnecting

Übersetzung Matrix für ontkoppeling:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
disconnecting afhaken; afkoppeling; ontkoppeling
disconnection afhaken; afkoppeling; ontkoppeling afkoppelen
uncoupling afhaken; afkoppeling; ontkoppeling afkoppelen
unhooking afhaken; afkoppeling; ontkoppeling

Verwandte Wörter für "ontkoppeling":

  • ontkoppelingen

Wiktionary Übersetzungen für ontkoppeling:


Cross Translation:
FromToVia
ontkoppeling decoupling découplage — Action de découpler, résultat de cette action.