Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. reutelen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für reutelen (Niederländisch) ins Englisch

reutelen:

reutelen Verb (reutel, reutelt, reutelde, reutelden, gereuteld)

  1. reutelen (rochelen)
    to rasp
    • rasp Verb (rasps, rasped, rasping)

Konjugationen für reutelen:

o.t.t.
  1. reutel
  2. reutelt
  3. reutelt
  4. reutelen
  5. reutelen
  6. reutelen
o.v.t.
  1. reutelde
  2. reutelde
  3. reutelde
  4. reutelden
  5. reutelden
  6. reutelden
v.t.t.
  1. heb gereuteld
  2. hebt gereuteld
  3. heeft gereuteld
  4. hebben gereuteld
  5. hebben gereuteld
  6. hebben gereuteld
v.v.t.
  1. had gereuteld
  2. had gereuteld
  3. had gereuteld
  4. hadden gereuteld
  5. hadden gereuteld
  6. hadden gereuteld
o.t.t.t.
  1. zal reutelen
  2. zult reutelen
  3. zal reutelen
  4. zullen reutelen
  5. zullen reutelen
  6. zullen reutelen
o.v.t.t.
  1. zou reutelen
  2. zou reutelen
  3. zou reutelen
  4. zouden reutelen
  5. zouden reutelen
  6. zouden reutelen
diversen
  1. reutel!
  2. reutelt!
  3. gereuteld
  4. reutelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für reutelen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rasp rasp
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rasp reutelen; rochelen krassen; zich krabben