Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. saboteren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für saboteren (Niederländisch) ins Englisch

saboteren:

saboteren Verb (saboteer, saboteert, saboteerde, saboteerden, gesaboteerd)

  1. saboteren
    to sabotage; to damage intentionally
    • sabotage Verb (sabotages, sabotaged, sabotaging)
    • damage intentionally Verb (damages intentionally, damaged intentionally, damaging intentionally)

Konjugationen für saboteren:

o.t.t.
  1. saboteer
  2. saboteert
  3. saboteert
  4. saboteren
  5. saboteren
  6. saboteren
o.v.t.
  1. saboteerde
  2. saboteerde
  3. saboteerde
  4. saboteerden
  5. saboteerden
  6. saboteerden
v.t.t.
  1. heb gesaboteerd
  2. hebt gesaboteerd
  3. heeft gesaboteerd
  4. hebben gesaboteerd
  5. hebben gesaboteerd
  6. hebben gesaboteerd
v.v.t.
  1. had gesaboteerd
  2. had gesaboteerd
  3. had gesaboteerd
  4. hadden gesaboteerd
  5. hadden gesaboteerd
  6. hadden gesaboteerd
o.t.t.t.
  1. zal saboteren
  2. zult saboteren
  3. zal saboteren
  4. zullen saboteren
  5. zullen saboteren
  6. zullen saboteren
o.v.t.t.
  1. zou saboteren
  2. zou saboteren
  3. zou saboteren
  4. zouden saboteren
  5. zouden saboteren
  6. zouden saboteren
en verder
  1. is gesaboteerd
  2. zijn gesaboteerd
diversen
  1. saboteer!
  2. saboteert!
  3. gesaboteerd
  4. saboterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für saboteren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sabotage sabotage; tegenwerking
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
damage intentionally saboteren
sabotage saboteren doen mislukken; dwarsbomen; dwarsliggen; een stokje steken voor; tegenwerken; verijdelen

Wiktionary Übersetzungen für saboteren:

saboteren
verb
  1. deliberate destruction to prevent success

Cross Translation:
FromToVia
saboteren sabotage saboter — Fabriquer des sabots.