Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- wegcijferen:
-
Wiktionary:
- wegcijferen → pasar por alto, desconocer, ignorar, no hacer caso
Niederländisch
Detailübersetzungen für wegcijferen (Niederländisch) ins Spanisch
wegcijferen:
-
wegcijferen (verwaarlozen)
Konjugationen für wegcijferen:
o.t.t.
- cijfer weg
- cijfert weg
- cijfert weg
- cijferen weg
- cijferen weg
- cijferen weg
o.v.t.
- cijferde weg
- cijferde weg
- cijferde weg
- cijferden weg
- cijferden weg
- cijferden weg
v.t.t.
- heb weggecijferd
- hebt weggecijferd
- heeft weggecijferd
- hebben weggecijferd
- hebben weggecijferd
- hebben weggecijferd
v.v.t.
- had weggecijferd
- had weggecijferd
- had weggecijferd
- hadden weggecijferd
- hadden weggecijferd
- hadden weggecijferd
o.t.t.t.
- zal wegcijferen
- zult wegcijferen
- zal wegcijferen
- zullen wegcijferen
- zullen wegcijferen
- zullen wegcijferen
o.v.t.t.
- zou wegcijferen
- zou wegcijferen
- zou wegcijferen
- zouden wegcijferen
- zouden wegcijferen
- zouden wegcijferen
diversen
- cijfer weg!
- cijfert weg!
- weggecijferd
- wegcijferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für wegcijferen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
descartar | afschuiven; wegschuiven | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
descartar | verwaarlozen; wegcijferen | afdanken; afdrijven; afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; diskwalificeren; ecarteren; ricocheren; royeren; terugwijzen; uitsluiten; verlijeren; verweren; verwerpen; verwijderen; wegstemmen; weigeren; wraken |
descuidar | verwaarlozen; wegcijferen | nalaten; verloederen; veronachtzamen; versloffen; verslonzen; verwaarlozen |
sacrificarse | verwaarlozen; wegcijferen |
Wiktionary Übersetzungen für wegcijferen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wegcijferen | → pasar por alto | ↔ ignorer — Ne pas connaître. |
• wegcijferen | → desconocer; ignorar | ↔ méconnaitre — ignorer, ne pas reconnaitre. |
• wegcijferen | → no hacer caso; pasar por alto | ↔ méconnaître — Ne pas reconnaître. |