Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. bereidvaardig:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bereidvaardigheid (Niederländisch) ins Spanisch

bereidvaardig:

bereidvaardig Adjektiv

  1. bereidvaardig (gewillig)
    dispuesto; inclinado
  2. bereidvaardig (bereidwillig; welwillend)

Übersetzung Matrix für bereidvaardig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
benévolo bereidvaardig; bereidwillig; welwillend amicaal; bedaard; gelijkmoedig; genegen; goedaardig; goedgunstig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hartelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; mild; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; rustig; sereen; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
complaciente bereidvaardig; bereidwillig; welwillend aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bereidwillig; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gelijkmoedig; gewillig; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; inschikkelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; meegaand; mild; onbewogen; onderworpen; op een aardige manier; plezierig; rustig; sereen; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; verplichtend; volgzaam; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; welwillend; willig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
dispuesto bereidvaardig; gewillig bereid; gehumeurd; gemutst; genegen; geordend; georderd; gestemd
inclinado bereidvaardig; gewillig aflopend; bereid; de neiging hebbend; flauw hellend; genegen; geneigd; gezind; glooiend; hellend; obsceen; schuin; schuin aflopend; steil; vies; vunzig; zedeloos
inclinado a perdonar bereidvaardig; bereidwillig; welwillend
indulgente bereidvaardig; bereidwillig; welwillend barmhartig; behulpzaam; bereidwillig; clement; edelmoedig; gedienstig; geduldig; gedwee; genaderijk; genereus; gewillig; goedgeefs; goedhartig; gul; inschikkelijk; kalm afwachtend; lankmoedig; mak; meegaand; mild; onbekrompen; onderworpen; op een aardige manier; royaal; ruimhartig; scheutig; soepel; toegeeflijk; toegevend; vergevend; verplichtend; volgzaam; vriendelijk; vrijgevig; welwillend; zacht; zachtaardig
oficioso bereidvaardig; bereidwillig; welwillend niet officieel; officieus; onofficieel; zijdelings
servicial bereidvaardig; bereidwillig; welwillend behulpzaam; bereidwillig; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; inschikkelijk; voorkomend; willig

Verwandte Wörter für "bereidvaardig":

  • bereidvaardigheid, bereidvaardige


Wiktionary Übersetzungen für bereidvaardigheid:


Cross Translation:
FromToVia
bereidvaardigheid agrado; oficiosidad obligeance — soutenu|fr disposition à se montrer obligeant, serviable.

Computerübersetzung von Drittern: