Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. del:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für del (Niederländisch) ins Spanisch

del:

del [de ~ (v)] Nomen

  1. de del (slet; totebel; lellebel; snol)
    la mujerzuela; la puta; la zorra; la golfa
  2. de del (duinvallei; duinpan)

Übersetzung Matrix für del:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
golfa del; lellebel; slet; snol; totebel sloerie
mujerzuela del; lellebel; slet; snol; totebel huppelkutje; troela
puta del; lellebel; slet; snol; totebel hoer; hoertje; huppelkutje; lichtekooi; prostituee; troela
teja del; duinpan; duinvallei dakpan; daktegel
valle encajonado en las dunas del; duinpan; duinvallei
zorra del; lellebel; slet; snol; totebel hoer; hoertje; prostituee; sloerie; sluw mens; vos; vrouwtjesvos

Verwandte Wörter für "del":


Verwandte Definitionen für "del":

  1. ordinaire vrouw die mannen versiert1
    • zijn dochter is een echte del1

Wiktionary Übersetzungen für del:

del
noun
  1. ordinaire vrouw