Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. onderschatten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onderschatten (Niederländisch) ins Spanisch

onderschatten:

onderschatten Verb (onderschat, onderschatte, onderschatten, onderschat)

  1. onderschatten (onderwaarderen; miskennen; te laag inschatten; niet weten te waarderen)

Konjugationen für onderschatten:

o.t.t.
  1. onderschat
  2. onderschat
  3. onderschat
  4. onderschatten
  5. onderschatten
  6. onderschatten
o.v.t.
  1. onderschatte
  2. onderschatte
  3. onderschatte
  4. onderschatten
  5. onderschatten
  6. onderschatten
v.t.t.
  1. heb onderschat
  2. hebt onderschat
  3. heeft onderschat
  4. hebben onderschat
  5. hebben onderschat
  6. hebben onderschat
v.v.t.
  1. had onderschat
  2. had onderschat
  3. had onderschat
  4. hadden onderschat
  5. hadden onderschat
  6. hadden onderschat
o.t.t.t.
  1. zal onderschatten
  2. zult onderschatten
  3. zal onderschatten
  4. zullen onderschatten
  5. zullen onderschatten
  6. zullen onderschatten
o.v.t.t.
  1. zou onderschatten
  2. zou onderschatten
  3. zou onderschatten
  4. zouden onderschatten
  5. zouden onderschatten
  6. zouden onderschatten
en verder
  1. ben onderschat
  2. bent onderschat
  3. is onderschat
  4. zijn onderschat
  5. zijn onderschat
  6. zijn onderschat
diversen
  1. onderschat!
  2. onderschat!
  3. onderschat
  4. onderschattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für onderschatten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
subvalorar miskennen; niet weten te waarderen; onderschatten; onderwaarderen; te laag inschatten

Wiktionary Übersetzungen für onderschatten:


Cross Translation:
FromToVia
onderschatten subestimar underestimate — to perceive as having lower value