Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. dof:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für dofheid (Niederländisch) ins Französisch

dof:

dof Adjektiv

  1. dof (glansloos; mat; beslagen)
    mat; terne; sans éclat
  2. dof (versuft; soezerig; suf; )
    abruti; terne; étourdi; hébété
  3. dof (niet helder; mat; flets)
    mat; blême; vague; terne

Übersetzung Matrix für dof:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abruti domkop; dommerik; domoor; druiloor; flierefluiter; idioot; kalfskop; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; minkukel; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; slampamper; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken
vague breker; duister; duisterheid; golf; golfbeweging; golflijn; golving; onduidelijkheid; ondulatie; roller; undulatie
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- mat
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abruti daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft doezelig; soezerig; suf; verdoofd
blême dof; flets; mat; niet helder blank; bleek; bleek van gelaatskleur; boosaardig; doodsbleek; flauw; flets; flodderig; grauw; grauwkleurig; grijs; kleurloos; lijkbleek; lijkwit; mistroostig; morsig; ongekleurd; ongelakt; pips; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smerig; sneeuwwit; somber; spierwit; triest; troosteloos; vaal; verschoten; verveloos; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vunzig; wit
hébété daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft absent; afwezig; doezelig; duf; gedachteloos; met de mond vol tanden; met open mond; soezerig; sprakeloos; suf; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd
mat beslagen; dof; flets; glansloos; mat; niet helder flauw; flets; gematteerd; grauwkleurig; grijs; mat; ongeanimeerd; overbluft; paf; perplex; smakeloos; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zonder smaak; zwijgend
sans éclat beslagen; dof; glansloos; mat gematteerd; mat
terne beslagen; daas; dof; flets; geesteloos; glansloos; mat; niet helder; soezerig; suf; versuft afstompend; bleek; boosaardig; dood; eentonig; eenvoudig; flauw; flets; flodderig; futloos; geestdodend; geesteloos; gemakkelijk; gematteerd; grauw; grauwkleurig; grijs; lamlendig; levenloos; licht; lusteloos; makkelijk; mat; mistroostig; morsig; niet bezield; niet moeilijk; niet uitbundig; onbezield; ongeanimeerd; overbluft; paf; perplex; ranzig; saai; simpel; slap; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smakeloos; smerig; somber; sprakeloos; stom; stomverbaasd; suf; triest; troosteloos; vaal; verschoten; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vunzig; zonder smaak; zwijgend
vague dof; flets; mat; niet helder bleek; flauw; flets; gedempt; halfluid; mistig; nevelachtig; nevelig; niet duidelijk; niet helder; niet zeker; onbepaald; onduidelijk; ongewis; onhelder; onklaar; onoverzichtelijk; onvast; troebel; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; verschoten; wazig; wollig
étourdi daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft bedwelmd; doezelig; draaierig; duizelig; gedachteloos; lichthoofdig; lichtzinnig; loszinnig; met de mond vol tanden; met open mond; onder invloed; soezerig; sprakeloos; suf; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verdoofd; verstomd; verwonderd

Verwandte Wörter für "dof":

  • dofheid

Synonyms for "dof":


Antonyme für "dof":


Verwandte Definitionen für "dof":

  1. niet helder klinkend1
    • ik hoorde een doffe bons1
  2. zonder glans1
    • de verf is helemaal dof geworden1

Wiktionary Übersetzungen für dof:

dof
adjective
  1. biologie|fr Qui est arrondir, émousser au lieu d’être anguleux ou pointu.



Computerübersetzung von Drittern: