Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. kronkel:
  2. kronkelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kronkel (Niederländisch) ins Französisch

kronkel:

kronkel [de ~ (m)] Nomen

  1. de kronkel (lusvormige kromming; lus; knoop; kink; draai)
    la boucle

kronkel [de ~ (m)] Nomen

  1. de kronkel (kromming; bocht; ronding; draai)
    la courbe; le courbement
  2. de kronkel (verdraaiing; twist; draai)
    le twist; l'altération; la contorsion

Übersetzung Matrix für kronkel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
altération draai; kronkel; twist; verdraaiing amendement; amendering; herziening; keer; modificatie; mutatie; ombuiging; verandering; verschraling; wijziging
boucle draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming buiging; gesp; haarkrul; haarlok; koppelgesp; kromming; krul; krullende haarlok; krulletje; krulvorm; lok; looping; lus
contorsion draai; kronkel; twist; verdraaiing
courbe bocht; draai; kromming; kronkel; ronding bocht; boog; buiging; draai; kromme; kromming; kromte; uitbouw; welving
courbement bocht; draai; kromming; kronkel; ronding
twist draai; kronkel; twist; verdraaiing
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
courbe kromlijnig

Verwandte Wörter für "kronkel":

  • kronkelen, kronkels, kronkeltje, kronkeltjes

kronkel form of kronkelen:

kronkelen Verb (kronkel, kronkelt, kronkelde, kronkelden, gekronkeld)

  1. kronkelen (herhaald krommen; twisten)

Konjugationen für kronkelen:

o.t.t.
  1. kronkel
  2. kronkelt
  3. kronkelt
  4. kronkelen
  5. kronkelen
  6. kronkelen
o.v.t.
  1. kronkelde
  2. kronkelde
  3. kronkelde
  4. kronkelden
  5. kronkelden
  6. kronkelden
v.t.t.
  1. heb gekronkeld
  2. hebt gekronkeld
  3. heeft gekronkeld
  4. hebben gekronkeld
  5. hebben gekronkeld
  6. hebben gekronkeld
v.v.t.
  1. had gekronkeld
  2. had gekronkeld
  3. had gekronkeld
  4. hadden gekronkeld
  5. hadden gekronkeld
  6. hadden gekronkeld
o.t.t.t.
  1. zal kronkelen
  2. zult kronkelen
  3. zal kronkelen
  4. zullen kronkelen
  5. zullen kronkelen
  6. zullen kronkelen
o.v.t.t.
  1. zou kronkelen
  2. zou kronkelen
  3. zou kronkelen
  4. zouden kronkelen
  5. zouden kronkelen
  6. zouden kronkelen
en verder
  1. is gekronkeld
  2. zijn gekronkeld
diversen
  1. kronkel!
  2. kronkelt!
  3. gekronkeld
  4. kronkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kronkelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
courber à plusieurs reprises herhaald krommen; kronkelen; twisten

Verwandte Wörter für "kronkelen":


Wiktionary Übersetzungen für kronkelen:

kronkelen
verb
  1. in veel bochten lopen of bewegen

Cross Translation:
FromToVia
kronkelen méandre; grecquer mäandernGeographie: (bezogen auf Flüsse, Bäche) einen gewundenen Verlauf wie der Mäander aufweisen, sich in Mäanderform bewegen