Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. sonderen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für sonderen (Niederländisch) ins Französisch

sonderen:

sonderen Verb (sonder, sondert, sonderde, sonderden, gesonderd)

  1. sonderen (met sonde onderzoeken)
    sonder; cathétériser
    • sonder Verb (sonde, sondes, sondons, sondez, )

Konjugationen für sonderen:

o.t.t.
  1. sonder
  2. sondert
  3. sondert
  4. sonderen
  5. sonderen
  6. sonderen
o.v.t.
  1. sonderde
  2. sonderde
  3. sonderde
  4. sonderden
  5. sonderden
  6. sonderden
v.t.t.
  1. heb gesonderd
  2. hebt gesonderd
  3. heeft gesonderd
  4. hebben gesonderd
  5. hebben gesonderd
  6. hebben gesonderd
v.v.t.
  1. had gesonderd
  2. had gesonderd
  3. had gesonderd
  4. hadden gesonderd
  5. hadden gesonderd
  6. hadden gesonderd
o.t.t.t.
  1. zal sonderen
  2. zult sonderen
  3. zal sonderen
  4. zullen sonderen
  5. zullen sonderen
  6. zullen sonderen
o.v.t.t.
  1. zou sonderen
  2. zou sonderen
  3. zou sonderen
  4. zouden sonderen
  5. zouden sonderen
  6. zouden sonderen
en verder
  1. ben gesonderd
  2. bent gesonderd
  3. is gesonderd
  4. zijn gesonderd
  5. zijn gesonderd
  6. zijn gesonderd
diversen
  1. sonder!
  2. sondert!
  3. gesonderd
  4. sonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für sonderen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cathétériser met sonde onderzoeken; sonderen
sonder met sonde onderzoeken; sonderen aftasten; bekloppen; bevoelen; diepte bepalen; diepte loden; doorzoeken; meten; opmeten; peilen; polsen; poolshoogte nemen; tegen kloppen; uitvorsen