Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. wijk:
  2. wijken:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wijk (Niederländisch) ins Französisch

wijk:


Übersetzung Matrix für wijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arrondissement buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk gebied; gordel; regio; streek; terrein; territorium; zone
faubourg buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk buitenwijken; randgemeente; voorstad
quartier buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk deel van de stad; deeltje; kamp; kampement; legering; legerkamp; onderdeeltje
quartier de la périphérie buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk

Verwandte Wörter für "wijk":


Wiktionary Übersetzungen für wijk:

wijk
noun
  1. een bewoond deel van een stad of een gemeente
wijk
Cross Translation:
FromToVia
wijk voisinage; environs; quartier neighborhood — nearby area
wijk environs; voisinage; quartier neighbourhood — close proximity, particularly in reference to home
wijk quartier quarter — section of a town
wijk quartier Viertel — eine Wohngegend; ein Häuserblock

wijk form of wijken:

wijken Verb (wijk, wijkt, week, weken, geweken)

  1. wijken
    céder la place; céder; reculer; s'effacer
    • céder Verb (cède, cèdes, cédons, cédez, )
    • reculer Verb (recule, recules, reculons, reculez, )
    • s'effacer Verb

Konjugationen für wijken:

o.t.t.
  1. wijk
  2. wijkt
  3. wijkt
  4. wijken
  5. wijken
  6. wijken
o.v.t.
  1. week
  2. week
  3. week
  4. weken
  5. weken
  6. weken
v.t.t.
  1. ben geweken
  2. bent geweken
  3. is geweken
  4. zijn geweken
  5. zijn geweken
  6. zijn geweken
v.v.t.
  1. was geweken
  2. was geweken
  3. was geweken
  4. waren geweken
  5. waren geweken
  6. waren geweken
o.t.t.t.
  1. zal wijken
  2. zult wijken
  3. zal wijken
  4. zullen wijken
  5. zullen wijken
  6. zullen wijken
o.v.t.t.
  1. zou wijken
  2. zou wijken
  3. zou wijken
  4. zouden wijken
  5. zouden wijken
  6. zouden wijken
diversen
  1. wijk!
  2. wijkt!
  3. geweken
  4. wijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wijken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
céder wijken afleggen; afstaan; als waar erkennen; bezwijken; cadeau doen; cadeau geven; capituleren; doorbuigen; doorzakken; erkennen; het onderspit delven; opgeven; overgeven; schenken; strijd verliezen; tenondergaan; toegeven; uitleveren; zich overgeven; zwichten
céder la place wijken
reculer wijken keren; moedeloos worden; omkeren; teruggaan
s'effacer wijken

Verwandte Wörter für "wijken":



Computerübersetzung von Drittern: