Niederländisch
Detailed Synonyms for klad in Niederländisch
klad:
klad form of kladden:
-
kladden
-
kladden
Konjugationen für kladden:
o.t.t.
- klad
- kladt
- kladt
- kladden
- kladden
- kladden
o.v.t.
- kladde
- kladde
- kladde
- kladden
- kladden
- kladden
v.t.t.
- heb geklad
- hebt geklad
- heeft geklad
- hebben geklad
- hebben geklad
- hebben geklad
v.v.t.
- had geklad
- had geklad
- had geklad
- hadden geklad
- hadden geklad
- hadden geklad
o.t.t.t.
- zal kladden
- zult kladden
- zal kladden
- zullen kladden
- zullen kladden
- zullen kladden
o.v.t.t.
- zou kladden
- zou kladden
- zou kladden
- zouden kladden
- zouden kladden
- zouden kladden
en verder
- is geklad
diversen
- klad!
- kladt!
- geklad
- kladdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze