Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. beoordelen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for beoordelen in Niederländisch

beoordelen:

beoordelen Verb (beoordeel, beoordeelt, beoordeelde, beoordeelden, beoordeeld)

  1. beoordelen
    beoordelen; goed- of afkeuren
  2. beoordelen
    – zeggen wat je van iets of iemand vindt 1
    beoordelen
    – zeggen wat je van iets of iemand vindt 1
    • beoordelen Verb (beoordeel, beoordeelt, beoordeelde, beoordeelden, beoordeeld)
      • hoe beoordeel je dat boek?1

Konjugationen für beoordelen:

o.t.t.
  1. beoordeel
  2. beoordeelt
  3. beoordeelt
  4. beoordelen
  5. beoordelen
  6. beoordelen
o.v.t.
  1. beoordeelde
  2. beoordeelde
  3. beoordeelde
  4. beoordeelden
  5. beoordeelden
  6. beoordeelden
v.t.t.
  1. heb beoordeeld
  2. hebt beoordeeld
  3. heeft beoordeeld
  4. hebben beoordeeld
  5. hebben beoordeeld
  6. hebben beoordeeld
v.v.t.
  1. had beoordeeld
  2. had beoordeeld
  3. had beoordeeld
  4. hadden beoordeeld
  5. hadden beoordeeld
  6. hadden beoordeeld
o.t.t.t.
  1. zal beoordelen
  2. zult beoordelen
  3. zal beoordelen
  4. zullen beoordelen
  5. zullen beoordelen
  6. zullen beoordelen
o.v.t.t.
  1. zou beoordelen
  2. zou beoordelen
  3. zou beoordelen
  4. zouden beoordelen
  5. zouden beoordelen
  6. zouden beoordelen
diversen
  1. beoordeel!
  2. beoordeelt!
  3. beoordeeld
  4. beoordelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Definitionen für "beoordelen":

  1. zeggen wat je van iets of iemand vindt1
    • hoe beoordeel je dat boek?1