Niederländisch
Detailed Synonyms for bestraffen in Niederländisch
bestraffen:
-
bestraffen
Konjugationen für bestraffen:
o.t.t.
- bestraf
- bestraft
- bestraft
- bestraffen
- bestraffen
- bestraffen
o.v.t.
- bestrafte
- bestrafte
- bestrafte
- bestraften
- bestraften
- bestraften
v.t.t.
- heb bestraft
- hebt bestraft
- heeft bestraft
- hebben bestraft
- hebben bestraft
- hebben bestraft
v.v.t.
- had bestraft
- had bestraft
- had bestraft
- hadden bestraft
- hadden bestraft
- hadden bestraft
o.t.t.t.
- zal bestraffen
- zult bestraffen
- zal bestraffen
- zullen bestraffen
- zullen bestraffen
- zullen bestraffen
o.v.t.t.
- zou bestraffen
- zou bestraffen
- zou bestraffen
- zouden bestraffen
- zouden bestraffen
- zouden bestraffen
diversen
- bestraf!
- bestraft!
- bestraft
- bestraffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze