Niederländisch
Detailed Synonyms for dreigend in Niederländisch
dreigend:
-
dreigend
-
dreigend
sinister; onheilspellend; duister; dreigend; huiveringwekkend; luguber-
sinister Adjektiv
-
onheilspellend Adjektiv
-
duister Adjektiv
-
dreigend Adjektiv
-
huiveringwekkend Adjektiv
-
luguber Adjektiv
-
dreigend form of dreigen:
-
dreigen
-
dreigen
– hem bang maken 1 -
dreigen
– het gebeurt bijna 1
Konjugationen für dreigen:
o.t.t.
- dreig
- dreigt
- dreigt
- dreigen
- dreigen
- dreigen
o.v.t.
- dreigde
- dreigde
- dreigde
- dreigden
- dreigden
- dreigden
v.t.t.
- heb gedreigd
- hebt gedreigd
- heeft gedreigd
- hebben gedreigd
- hebben gedreigd
- hebben gedreigd
v.v.t.
- had gedreigd
- had gedreigd
- had gedreigd
- hadden gedreigd
- hadden gedreigd
- hadden gedreigd
o.t.t.t.
- zal dreigen
- zult dreigen
- zal dreigen
- zullen dreigen
- zullen dreigen
- zullen dreigen
o.v.t.t.
- zou dreigen
- zou dreigen
- zou dreigen
- zouden dreigen
- zouden dreigen
- zouden dreigen
diversen
- dreig!
- dreigt!
- gedreigd
- dreigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze