Niederländisch
Detailübersetzungen für spanderen (Niederländisch) ins Schwedisch
spanderen: (*Wort und Satz getrennt)
Spelling Suggestions for: spanderen
- Searching for suggestions...
Wiktionary Übersetzungen für spanderen:
Computerübersetzung von Drittern:
Schwedisch
Detailübersetzungen für spanderen (Schwedisch) ins Niederländisch
spanderen: (*Wort und Satz getrennt)
- spänna: spannen; schroeven; opspannen; gespen; samenballen; dichtsnoeren; vastgespen; aangespen; dichtgespen; toegespen
- ren: rendier; net; schoon; proper; rein; kuis; deugdzaam; zedig; eerzaam; netjes; gaaf; zuiver; ongerept; gereinigd; onaangeraakt; gekuist; virginaal; zedig gemaakt; onschuldig; puur; ordelijk; louter; opgeruimd; pure; zuivere; maagdelijk; onbevlekt; onversneden; onvermengd
- ören: centen; geldstukken; duiten
Spelling Suggestions for: spanderen
- Searching for suggestions...
Computerübersetzung von Drittern: