Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. afluisteren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afluisteren (Niederländisch) ins Schwedisch

afluisteren:

afluisteren Verb (luister af, luistert af, luisterde af, luisterden af, afgeluisterd)

  1. afluisteren
    smyglyssna; höra
    • smyglyssna Verb (smyglyssnar, smyglyssnade, smyglyssnat)
    • höra Verb (hör, hörde, hört)
  2. afluisteren (luistervinken)
    tjuvlyssna
    • tjuvlyssna Verb (tjuvlyssnar, tjuvlyssnade, tjuvlyssnat)

Konjugationen für afluisteren:

o.t.t.
  1. luister af
  2. luistert af
  3. luistert af
  4. luisteren af
  5. luisteren af
  6. luisteren af
o.v.t.
  1. luisterde af
  2. luisterde af
  3. luisterde af
  4. luisterden af
  5. luisterden af
  6. luisterden af
v.t.t.
  1. heb afgeluisterd
  2. hebt afgeluisterd
  3. heeft afgeluisterd
  4. hebben afgeluisterd
  5. hebben afgeluisterd
  6. hebben afgeluisterd
v.v.t.
  1. had afgeluisterd
  2. had afgeluisterd
  3. had afgeluisterd
  4. hadden afgeluisterd
  5. hadden afgeluisterd
  6. hadden afgeluisterd
o.t.t.t.
  1. zal afluisteren
  2. zult afluisteren
  3. zal afluisteren
  4. zullen afluisteren
  5. zullen afluisteren
  6. zullen afluisteren
o.v.t.t.
  1. zou afluisteren
  2. zou afluisteren
  3. zou afluisteren
  4. zouden afluisteren
  5. zouden afluisteren
  6. zouden afluisteren
diversen
  1. luister af!
  2. luistert af!
  3. afgeluisterd
  4. afluisterende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für afluisteren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
höra horen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
höra afluisteren beluisteren; controleren; geluid waarnemen; horen; luisteren; nagaan; nakijken
smyglyssna afluisteren
tjuvlyssna afluisteren; luistervinken

Wiktionary Übersetzungen für afluisteren:

afluisteren
verb
  1. ongemerkt luisteren naar de communicatie van anderen

Cross Translation:
FromToVia
afluisteren tjuvlyssna eavesdrop — to hear a conversation one is not intended to hear
afluisteren tjuvlyssna; lyssna horchen — heimlich bei etwas zuhören

Computerübersetzung von Drittern: