Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gerealiseerd:
  2. realiseren:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gerealiseerd (Niederländisch) ins Schwedisch

gerealiseerd:

gerealiseerd Adjektiv

  1. gerealiseerd (verwezenlijkt; verwerkelijkt)
    förstod

Übersetzung Matrix für gerealiseerd:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förstod gerealiseerd; verwerkelijkt; verwezenlijkt

realiseren:

realiseren Verb (realiseer, realiseert, realiseerde, realiseerden, gerealiseerd)

  1. realiseren (beseffen; onderkennen; inzien; doorzien)
    inse; fatta; göra klart för sig
    • inse Verb (inser, insåg, insett)
    • fatta Verb (fattar, fattade, fattat)
    • göra klart för sig Verb (gör klart för sig, gjorde klart för sig, gjort klart för sig)
  2. realiseren (verwerkelijken; bewerkstelligen; verwezenlijken)
    förverkliga; åstadkomma; realisera
    • förverkliga Verb (förverkligar, förverkligade, förverkligat)
    • åstadkomma Verb (åstadkommer, åstadkomm, åstadkommit)
    • realisera Verb (realiserar, realiserade, realiserat)

Konjugationen für realiseren:

o.t.t.
  1. realiseer
  2. realiseert
  3. realiseert
  4. realiseren
  5. realiseren
  6. realiseren
o.v.t.
  1. realiseerde
  2. realiseerde
  3. realiseerde
  4. realiseerden
  5. realiseerden
  6. realiseerden
v.t.t.
  1. heb gerealiseerd
  2. hebt gerealiseerd
  3. heeft gerealiseerd
  4. hebben gerealiseerd
  5. hebben gerealiseerd
  6. hebben gerealiseerd
v.v.t.
  1. had gerealiseerd
  2. had gerealiseerd
  3. had gerealiseerd
  4. hadden gerealiseerd
  5. hadden gerealiseerd
  6. hadden gerealiseerd
o.t.t.t.
  1. zal realiseren
  2. zult realiseren
  3. zal realiseren
  4. zullen realiseren
  5. zullen realiseren
  6. zullen realiseren
o.v.t.t.
  1. zou realiseren
  2. zou realiseren
  3. zou realiseren
  4. zouden realiseren
  5. zouden realiseren
  6. zouden realiseren
en verder
  1. is geraliseerd
  2. zijn gerealiseerd
diversen
  1. realiseer!
  2. realiseert!
  3. gerealiseerd
  4. realiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für realiseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fatta beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren begrijpen; buitmaken; iets bemachtigen; inzien; met het verstand vatten; onverlangd krijgen; opdoen; oplopen; snappen; te pakken krijgen; vangen; verkrijgen
förverkliga bewerkstelligen; realiseren; verwerkelijken; verwezenlijken waarmaken
göra klart för sig beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren
inse beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren begrijpen; inkijken; inzien; kapitaliseren; met het verstand vatten; snappen
realisera bewerkstelligen; realiseren; verwerkelijken; verwezenlijken waarmaken
åstadkomma bewerkstelligen; realiseren; verwerkelijken; verwezenlijken accumuleren; losmaken; teweegbrengen; tot stand brengen; volvoeren; voor elkaar krijgen; zich ophopen; zich opstapelen

Wiktionary Übersetzungen für realiseren:


Cross Translation:
FromToVia
realiseren åstadkomma; uppnå achieve — to carry out successfully; to accomplish
realiseren uppnå achieve — to obtain, or gain as the result of exertion
realiseren realisera; verkliggöra; förverkliga; sanna realize — to make real
realiseren realisera réaliser — construire