Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. ingewikkeld:
  2. inwikkelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ingewikkeld (Niederländisch) ins Schwedisch

ingewikkeld:

ingewikkeld Adjektiv

  1. ingewikkeld (gecompliceerd; complex)
    svårt; komplicerat; intrikat; komplex
  2. ingewikkeld (gewikkeld in)
    inslagen; inslaget

Übersetzung Matrix für ingewikkeld:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
komplex complex
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- lastig; moeilijk
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inslagen gewikkeld in; ingewikkeld
inslaget gewikkeld in; ingewikkeld ingeslagen
intrikat complex; gecompliceerd; ingewikkeld
komplex complex; gecompliceerd; ingewikkeld
komplicerat complex; gecompliceerd; ingewikkeld
svårt complex; gecompliceerd; ingewikkeld gestreng; kritisch; lastig; moeilijk; niet makkelijk; niet toegevend; ongemakkelijk; pittig; problematisch; ruige; straf; streng; zwaar

Verwandte Wörter für "ingewikkeld":

  • ingewikkeldheid, ingewikkelder, ingewikkeldere, ingewikkeldst, ingewikkeldste

Synonyms for "ingewikkeld":


Antonyme für "ingewikkeld":


Verwandte Definitionen für "ingewikkeld":

  1. het zit zo in elkaar dat je het moeilijk kunt snappen1
    • de stof heeft een ingewikkeld patroon1
  2. wat veel inspanning kost om te doen1
    • goed bouwen is erg ingewikkeld1

Wiktionary Übersetzungen für ingewikkeld:


Cross Translation:
FromToVia
ingewikkeld komplex complex — intricate
ingewikkeld komplicerad; komplex; invecklad complex — not simple or straightforward
ingewikkeld komplicerad complicated — difficult or convoluted

inwikkelen:

inwikkelen Verb (wikkel in, wikkelt in, wikkelde in, wikkelden in, ingewikkeld)

  1. inwikkelen (verpakken; emballeren; inpakken)
    packa
    • packa Verb (packar, packade, packat)

Konjugationen für inwikkelen:

o.t.t.
  1. wikkel in
  2. wikkelt in
  3. wikkelt in
  4. wikkelen in
  5. wikkelen in
  6. wikkelen in
o.v.t.
  1. wikkelde in
  2. wikkelde in
  3. wikkelde in
  4. wikkelden in
  5. wikkelden in
  6. wikkelden in
v.t.t.
  1. heb ingewikkeld
  2. hebt ingewikkeld
  3. heeft ingewikkeld
  4. hebben ingewikkeld
  5. hebben ingewikkeld
  6. hebben ingewikkeld
v.v.t.
  1. had ingewikkeld
  2. had ingewikkeld
  3. had ingewikkeld
  4. hadden ingewikkeld
  5. hadden ingewikkeld
  6. hadden ingewikkeld
o.t.t.t.
  1. zal inwikkelen
  2. zult inwikkelen
  3. zal inwikkelen
  4. zullen inwikkelen
  5. zullen inwikkelen
  6. zullen inwikkelen
o.v.t.t.
  1. zou inwikkelen
  2. zou inwikkelen
  3. zou inwikkelen
  4. zouden inwikkelen
  5. zouden inwikkelen
  6. zouden inwikkelen
en verder
  1. ben ingewikkeld
  2. bent ingewikkeld
  3. is ingewikkeld
  4. zijn ingewikkeld
  5. zijn ingewikkeld
  6. zijn ingewikkeld
diversen
  1. wikkel in!
  2. wikkelt in!
  3. ingewikkeld
  4. inwikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inwikkelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
packa emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken bijeenzamelen; emballeren; inpakken; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen

Verwandte Übersetzungen für ingewikkeld