Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->übersetze Ausweichen

übersetze Ausweichen von Deutsche ins Niederländisch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Ausweichen:
- uitwijking; ontwijking; ontwijken; mijden; mijding; omtrekkende beweging; ontlopen; trachten te ontkomen aan

Deutsch

Detailübersetzungen für Ausweichen (Deutsch) ins Niederländisch

Ausweichen:

Ausweichen [das ~] Nomen

Ausweichen
de uitwijking
- uitwijking [de ~ (v)] Nomen
Ausweichen
de ontwijking
- ontwijking [de ~ (v)] Nomen
Ausweichen (Vermeidung)
ontwijken; mijden; mijding; omtrekkende beweging; ontlopen; trachten te ontkomen aan
- ontwijken [znw.] Nomen
- mijden [znw.] Nomen
- mijding [znw.] Nomen
- omtrekkende beweging [znw.] Nomen
- ontlopen [znw.] Nomen
- trachten te ontkomen aan [znw.] Nomen

Übersetzung Matrix für Ausweichen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
mijden	Ausweichen; Vermeidung	Meiden; Vermeiden
mijding	Ausweichen; Vermeidung
omtrekkende beweging	Ausweichen; Vermeidung
ontlopen	Ausweichen; Vermeidung	Meiden; Vermeiden
ontwijken	Ausweichen; Vermeidung	Meiden; Vermeiden
ontwijking	Ausweichen
trachten te ontkomen aan	Ausweichen; Vermeidung
uitwijking	Ausweichen
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
mijden		aus dem Weg gehen; ausweichen; vermeiden
ontlopen		aus dem Weg gehen; ausweichen; entgehen; entlaufen; entweichen; vermeiden
ontwijken		aus dem Weg gehen; ausweichen; entgehen; entlaufen; entweichen; vermeiden

Verwandte Übersetzungen für Ausweichen

ausweichen vor etwas