Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->übersetze Beginnpunkt

übersetze Beginnpunkt von Deutsche ins Niederländisch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Beginnpunkt:
- begintijd; vertrektijd; aanvangstijd; starttijd

Deutsch

Detailübersetzungen für Beginnpunkt (Deutsch) ins Niederländisch

Beginnpunkt:

Beginnpunkt [der ~] Nomen

der Beginnpunkt (Anfang; Beginn)
de begintijd; de vertrektijd; de aanvangstijd; de starttijd
- begintijd [de ~ (m)] Nomen
- vertrektijd [de ~ (m)] Nomen
- aanvangstijd [de ~ (m)] Nomen
- starttijd [de ~ (m)] Nomen

Übersetzung Matrix für Beginnpunkt:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
aanvangstijd	Anfang; Beginn; Beginnpunkt
begintijd	Anfang; Beginn; Beginnpunkt	Anfangszeit; Anlaufzeit
starttijd	Anfang; Beginn; Beginnpunkt
vertrektijd	Anfang; Beginn; Beginnpunkt	Abfahrtzeit; Abflugzeit