"maßlosigkeit" übersetzt von Deutsche ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Maßlosigkeit:
- mateloosheid; onmatigheid
Wiktionary:
- Maßlosigkeit → overvloed, weelderigheid, buitensporigheid, exces, overdaad, uitspatting, uitwas

Deutsch

Detailübersetzungen für Maßlosigkeit (Deutsch) ins Niederländisch

die Maßlosigkeit (Unmäßigkeit)
de mateloosheid; de onmatigheid
- mateloosheid [de ~ (v)] Nomen
- onmatigheid [de ~ (v)] Nomen

Geaase; Gepränge; Luxus; Prasserei; Prunk; Unmäßigkeit; Vergeudung; Verschleuderung; Verschwendung

Cross Translation:

From	To	Via
• Maßlosigkeit	→ overvloed; weelderigheid; buitensporigheid; exces; overdaad; uitspatting; uitwas	↔ excès — Ce qui est en trop.