Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. aufkeimen:


Deutsch

Detailübersetzungen für aufkeimen (Deutsch) ins Niederländisch

aufkeimen:

aufkeimen Verb

  1. aufkeimen (aufgehen)
    opschieten; uit de grond schieten; omhoog schieten
    • opschieten Verb (schiet op, schoot op, schoten op, opgeschoten)
    • uit de grond schieten Verb (schiet uit de grond, schoot uit de grond, schoten uit de grond, uit de grond geschoten)
    • omhoog schieten Verb (schiet omhoog, schoot omhoog, schoten omhoog, omhoog geschoten)

Übersetzung Matrix für aufkeimen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
omhoog schieten aufgehen; aufkeimen
opschieten aufgehen; aufkeimen beeilen; eilen; hasten; hetzen; jagen; sich beeilen; sputen; wetzen
uit de grond schieten aufgehen; aufkeimen

Synonyms for "aufkeimen":


Computerübersetzung von Drittern: