Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. mitsenden:


Deutsch

Detailübersetzungen für mitsenden (Deutsch) ins Niederländisch

mitsenden:

mitsenden Verb

  1. mitsenden (mitschicken)
    meesturen; meezenden; meegeven
    • meesturen Verb (stuur mee, stuurt mee, stuurde mee, stuurden mee, meegestuurd)
    • meezenden Verb (zend mee, zendt mee, zond mee, zonden mee, meegezonden)
    • meegeven Verb (geef mee, geeft mee, gaf mee, gaven mee, meegegeven)

Übersetzung Matrix für mitsenden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
meegeven mitschicken; mitsenden
meesturen mitschicken; mitsenden
meezenden mitschicken; mitsenden

Computerübersetzung von Drittern: