Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. steif werden:


Deutsch

Detailübersetzungen für steif werden (Deutsch) ins Niederländisch

steif werden:

steif werden Verb

  1. steif werden (verdicken; gerinnen; käsen)
    opstijven
    • opstijven Verb (stijf op, stijft op, steef op, steven op, opgesteven)
  2. steif werden
    stremmen; stijf worden
  3. steif werden (erstarren; erfrieren; erhärten; )
    verstijven; verstarren; verstenen
    • verstijven Verb (verstijf, verstijft, verstijfde, verstijfden, verstijfd)
    • verstarren Verb (verstar, verstart, verstarde, verstarden, verstard)
    • verstenen Verb (versteen, versteent, versteende, versteenden, versteend)

Übersetzung Matrix für steif werden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
opstijven gerinnen; käsen; steif werden; verdicken
stijf worden steif werden
stremmen steif werden absperren; sperren; zusperren
verstarren eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken
verstenen eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken versteinern; zu Stein werden
verstijven eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken schaudern; vor Angst schlottern

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für steif werden