Übersicht
Französisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
tour:
- trip; rondreis; tochtje; rit; toer; tour; rondrit; reis; expeditie; trektocht; mars; tocht; spelletje; beurt; rondje; ronde; omgang; uitstapje; toertje; uitje; wandeling; ommetje; wandeltocht; kuier; omloop; loopje; traject; route; weg; afstand; baan; baanvak; etappe; pad; tournee; draaibank; kunst; behendigheid; truc; handigheid; kunstje; kunstgreep; list; sluwe streek; slimheid; streek; poets; rondgang; zijn ronde doen; cirkel; kring; foefje; kneep; kneepje; maniertje; omdraaiing; wending; draai; omgang hebben met; ronde doen; omwenteling; gekke streek; rare streek
- toren; torentje; wolkenkrabber; torengebouw; torenflat; kasteeltoren; slottoren; burchttoren
- Wiktionary:
Französisch
Detailübersetzungen für tour (Französisch) ins Niederländisch
tour:
-
le tour (virée; excursion; tournée; petit tour; balade; circuit; promenade)
-
le tour (voyage; expédition; randonnée; excursion; promenade)
-
le tour (jeu; partie)
-
le tour (ronde)
-
le tour (excursion; sortie; petit tour)
-
le tour (promenade; excursion à pied; randonnée à pied; balade; randonnée; trotte; voyage à pied; petit tour)
-
le tour (trajet; itinéraire; parcours; tournée; route; voie; manche; portion de route; ronde)
-
le tour (touret)
-
le tour (tour d'artifice; art; habileté; savoir-faire; dextérité; adresse; aptitude; trucage)
-
le tour (ruse; subterfuge)
-
le tour (niche; drôlerie; ruse)
-
le tour (tournée; voyage; virée; ronde)
-
le tour (fait de faire sa ronde; tournée; ronde)
-
le tour (cercle; ronde)
-
le tour (prétexte; truc; savoir-faire; tour de main; adresse; habileté)
-
le tour (rotation; révolution; inversion; retournement; renversement)
-
le tour (cercle)
-
le tour (cercle)
-
le tour (révolution; rotation)
de omwenteling -
le tour (caprice; coup; bêtise; coup de tête; cabriole)
-
la tour (tourelle)
-
la tour (gratte ciel; building)
-
la tour (donjon; tour de forteresse; tour du château)
Übersetzung Matrix für tour:
Synonyms for "tour":
Wiktionary Übersetzungen für tour:
tour
Cross Translation:
noun
tour
-
(architecture) Construction élevée, cylindrique, carrée ou polygonale
- tour → toren
noun
-
een gelegenheid of opdracht die bij afwisseling aan één persoon uit meerdere gegeven wordt
-
een machine die een ingeklemd werkstuk ronddraait zodat dit met beitels en boren kan worden bewerkt
-
het draaien om een spil
-
een handeling om op een slimme manier een doel te bereiken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tour | → cyclus | ↔ cycle — complete rotation |
• tour | → draaibank | ↔ lathe — machine tool used to shape a piece of material |
• tour | → streek; grap | ↔ prank — practical joke or mischievous trick |
• tour | → toren | ↔ rook — chesspiece |
• tour | → draaiing | ↔ rotation — a single cycle of turning |
• tour | → toren | ↔ tower — structure |
• tour | → tocht | ↔ trip — a journey |
• tour | → beurt | ↔ turn — one's chance to make a move in a game |
• tour | → draalmachine | ↔ Drehbank — Die Drehbank ist eine Werkzeugmaschine zur Herstellung von meist runden Werkstücken durch Trennen des Werkstoffs mit einer Schneide.Wikipedia|Drehmaschine |
• tour | → toren | ↔ Turm — Architektur: hohes, schlankes, freistehendes Gebäude |