Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. gerimpeld:
  2. rimpelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gerimpeld (Niederländisch) ins Deutsch

gerimpeld:

gerimpeld Adjektiv

  1. gerimpeld (rimpelig)
    gekreuzelt; runzlig

Übersetzung Matrix für gerimpeld:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gekreuzelt gerimpeld; rimpelig
runzlig gerimpeld; rimpelig

rimpelen:

rimpelen Verb (rimpel, rimpelt, rimpelde, rimpelden, gerimpeld)

  1. rimpelen
    runzeln; kräuseln
    • runzeln Verb (runzele, runzelst, runzelt, runzelte, runzeltet, gerunzelt)
    • kräuseln Verb (kräusele, kräuselst, kräuselt, kräuselte, kräuseltet, gekräuselt)

Konjugationen für rimpelen:

o.t.t.
  1. rimpel
  2. rimpelt
  3. rimpelt
  4. rimpelen
  5. rimpelen
  6. rimpelen
o.v.t.
  1. rimpelde
  2. rimpelde
  3. rimpelde
  4. rimpelden
  5. rimpelden
  6. rimpelden
v.t.t.
  1. ben gerimpeld
  2. bent gerimpeld
  3. is gerimpeld
  4. zijn gerimpeld
  5. zijn gerimpeld
  6. zijn gerimpeld
v.v.t.
  1. was gerimpeld
  2. was gerimpeld
  3. was gerimpeld
  4. waren gerimpeld
  5. waren gerimpeld
  6. waren gerimpeld
o.t.t.t.
  1. zal rimpelen
  2. zult rimpelen
  3. zal rimpelen
  4. zullen rimpelen
  5. zullen rimpelen
  6. zullen rimpelen
o.v.t.t.
  1. zou rimpelen
  2. zou rimpelen
  3. zou rimpelen
  4. zouden rimpelen
  5. zouden rimpelen
  6. zouden rimpelen
diversen
  1. rimpel!
  2. rimpelt!
  3. gerimpeld
  4. rimpelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für rimpelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kräuseln rimpelen in de krul zetten; kroelen; kroelen met iemand; kroezen; krullen
runzeln rimpelen fronsen

Verwandte Wörter für "rimpelen":


Verwandte Definitionen für "rimpelen":

  1. plooien krijgen waar je huid te ruim is1
    • een gerimpeld voorhoofd1

Wiktionary Übersetzungen für rimpelen:

rimpelen
verb
  1. plooien of golven in het oppervlak vormen