Niederländisch

Detailübersetzungen für hupsheid (Niederländisch) ins Deutsch

hupsheid:

hupsheid [znw.] Nomen

  1. hupsheid (lichtzinnigheid; frivoliteit; oppervlakkigheid; ondiepte)
    die Oberflächlichkeit; der Leichtsinn; die Oberflächlicheit; die Leichtsinnigkeit; die Unbesonnenheit
  2. hupsheid (vrolijkheid; lustigheid; uitgelatenheid)
    die Fröhlichkeit; die Heiterkeit; der Frohsinn; die Lustigkeit; die Munterkeit

Übersetzung Matrix für hupsheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Frohsinn hupsheid; lustigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid blijheid; blijmoedigheid; gein; joligheid; jolijt; keet; leut; lol; opgewektheid; plezier; pret; vreugde; vrolijkheid
Fröhlichkeit hupsheid; lustigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid betovering; blijdschap; blijheid; blijmoedigheid; extase; geestvervoering; gein; joligheid; jolijt; keet; leut; lol; opgetogenheid; opgewektheid; plezier; pret; trance; verrukking; vervoering; vreugde; vrolijkheid
Heiterkeit hupsheid; lustigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid blijheid; blijmoedigheid; gein; hartelijkheid; hilariteit; joligheid; jolijt; jool; jovialiteit; keet; leut; lol; opgewektheid; plezier; pret; pretmakerij; vreugde; vrolijkheid
Leichtsinn frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid onbesuisdheid; overmoed; roekeloosheid; vermetelheid; waaghalzerij
Leichtsinnigkeit frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
Lustigkeit hupsheid; lustigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid blijheid; blijmoedigheid; joligheid; jolijt; jool; keet; lol; opgewektheid; plezier; pretmakerij; vrolijkheid
Munterkeit hupsheid; lustigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; vrolijkheid
Oberflächlicheit frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
Oberflächlichkeit frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid onnauwkeurigheid
Unbesonnenheit frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid onbesuisdheid; onbezonnenheid; ondoordachtheid; ondoordachtzaamheid; overmoed; roekeloosheid; vermetelheid; waaghalzerij

Verwandte Wörter für "hupsheid":


hups: