Niederländisch
Detailübersetzungen für ineenkrimpen (Niederländisch) ins Deutsch
ineenkrimpen:
-
ineenkrimpen (ineenschrompelen; schrompelen)
zusammenschrumpfen-
zusammenschrumpfen Verb (schrumpfe zusammen, schrumpfst zusammen, schrumpft zusammen, schrumpfte zusammen, schrumpftet zusammen, zusammengeschrumpft)
-
Konjugationen für ineenkrimpen:
o.t.t.
- krimp ineen
- krimpt ineen
- krimpt ineen
- krimpen ineen
- krimpen ineen
- krimpen ineen
o.v.t.
- kromp ineen
- kromp ineen
- kromp ineen
- krompen ineen
- krompen ineen
- krompen ineen
v.t.t.
- ben ineengekrompen
- bent ineengekrompen
- is ineengekrompen
- zijn ineengekrompen
- zijn ineengekrompen
- zijn ineengekrompen
v.v.t.
- was ineengekrompen
- was ineengekrompen
- was ineengekrompen
- waren ineengekrompen
- waren ineengekrompen
- waren ineengekrompen
o.t.t.t.
- zal ineenkrimpen
- zult ineenkrimpen
- zal ineenkrimpen
- zullen ineenkrimpen
- zullen ineenkrimpen
- zullen ineenkrimpen
o.v.t.t.
- zou ineenkrimpen
- zou ineenkrimpen
- zou ineenkrimpen
- zouden ineenkrimpen
- zouden ineenkrimpen
- zouden ineenkrimpen
en verder
- ineenkrimpe
- ineenkrimpe
- ineenkrimpe
- ineenkrimpen
- ineenkrimpen
- ineenkrimpen
diversen
- krimp ineen!
- krimpt ineen!
- ineengekrompen
- ineenkrimpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für ineenkrimpen:
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| zusammenschrumpfen | ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen | indrogen; inkrimpen; krimpen; opdrogen; samentrekken; schrompelen; slinken; uitdrogen; verdorren; verdrogen; verschrompelen |