Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze klungelaar

übersetze klungelaar von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

klungelaar:
- Schuster; Stümper; Pfuscher

Niederländisch

Detailübersetzungen für klungelaar (Niederländisch) ins Deutsch

klungelaar:

klungelaar [de ~ (m)] Nomen

de klungelaar (klungel; kruk; stumper; stoethaspel)
der Schuster; der Stümper; der Pfuscher
- Schuster [der ~] Nomen
- Stümper [der ~] Nomen
- Pfuscher [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für klungelaar:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Pfuscher	klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper	beunhaas; klungels; knoeier; koekenbakker; prutser; prutsers; rommelaar
Schuster	klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper	schoenlapper; schoenlappers; schoenmaker; schoenmakers
Stümper	klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper	arme drommel; beunhaas; druiloor; idioot; kalfskop; klungels; knoeier; knoeipot; koekenbakker; morser; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; prutser; prutsers; roffelaar; rommelaar; rund; schaapskop; schapenkop; stakker; stakkerd; stommeling; stommerd; stommerik; stumper; sukkel; sukkelaar; sul; zielenpiet

Verwandte Wörter für "klungelaar":

klungelaars