Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. looi:
  2. looien:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für looi (Niederländisch) ins Deutsch

looi:

looi [de ~] Nomen

  1. de looi
    die Gerberlohe; die Lohe

Übersetzung Matrix für looi:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Gerberlohe looi
Lohe looi

Verwandte Wörter für "looi":


looien:

looien Verb (looi, looit, looide, looiden, gelooid)

  1. looien (leerlooien; tanen)
    lohen; gerben
    • lohen Verb (lohe, lohst, loht, lohte, lohtet, geloht)
    • gerben Verb (gerbe, gerbst, gerbt, gerbte, gerbtet, gegerbt)

Konjugationen für looien:

o.t.t.
  1. looi
  2. looit
  3. looit
  4. looien
  5. looien
  6. looien
o.v.t.
  1. looide
  2. looide
  3. looide
  4. looiden
  5. looiden
  6. looiden
v.t.t.
  1. heb gelooid
  2. hebt gelooid
  3. heeft gelooid
  4. hebben gelooid
  5. hebben gelooid
  6. hebben gelooid
v.v.t.
  1. had gelooid
  2. had gelooid
  3. had gelooid
  4. hadden gelooid
  5. hadden gelooid
  6. hadden gelooid
o.t.t.t.
  1. zal looien
  2. zult looien
  3. zal looien
  4. zullen looien
  5. zullen looien
  6. zullen looien
o.v.t.t.
  1. zou looien
  2. zou looien
  3. zou looien
  4. zouden looien
  5. zouden looien
  6. zouden looien
en verder
  1. ben gelooid
  2. bent gelooid
  3. is gelooid
  4. zijn gelooid
  5. zijn gelooid
  6. zijn gelooid
diversen
  1. looi!
  2. looit!
  3. gelooid
  4. looiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für looien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gerben leerlooien; looien; tanen
lohen leerlooien; looien; tanen

Verwandte Wörter für "looien":


Wiktionary Übersetzungen für looien:

looien
verb
  1. het bewerken van een dierenhuid ter vervaardiging van leer