Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. niet:
  2. nieten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für niet (Niederländisch) ins Deutsch

niet:

niet adv

  1. niet
    nicht

Übersetzung Matrix für niet:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
nicht niet

Verwandte Wörter für "niet":


Antonyme für "niet":


Verwandte Definitionen für "niet":

  1. geeft ontkenning aan1
    • hij kan niet komen1

Wiktionary Übersetzungen für niet:


Cross Translation:
FromToVia
niet nicht ↔ don't — do not
niet nicht not — negates meaning of verb
niet nicht not — And not
niet Heftklammer staple — wire fastener used to secure stacks of paper
niet unerreichbar unavailable — not available
niet nein non — Réponse négative

niet form of nieten:

nieten Verb (niet, niette, nietten, geniet)

  1. nieten (vastnieten; aanhechten)
    festheften; heften
    • festheften Verb (hefte fest, heftest fest, heftet fest, heftete fest, heftetet fest, festgeheftet)
    • heften Verb (hefte, heftest, heftet, heftete, heftetet, geheftet)

Konjugationen für nieten:

o.t.t.
  1. niet
  2. niet
  3. niet
  4. nieten
  5. nieten
  6. nieten
o.v.t.
  1. niette
  2. niette
  3. niette
  4. nietten
  5. nietten
  6. nietten
v.t.t.
  1. heb geniet
  2. hebt geniet
  3. heeft geniet
  4. hebben geniet
  5. hebben geniet
  6. hebben geniet
v.v.t.
  1. had geniet
  2. had geniet
  3. had geniet
  4. hadden geniet
  5. hadden geniet
  6. hadden geniet
o.t.t.t.
  1. zal nieten
  2. zult nieten
  3. zal nieten
  4. zullen nieten
  5. zullen nieten
  6. zullen nieten
o.v.t.t.
  1. zou nieten
  2. zou nieten
  3. zou nieten
  4. zouden nieten
  5. zouden nieten
  6. zouden nieten
en verder
  1. is geniet
  2. zijn geniet
diversen
  1. niet!
  2. niet!
  3. geniet
  4. nietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für nieten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
festheften aanhechten; nieten; vastnieten aanhechten; bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; lijmen; opplakken; pinnen; spelden; vasthechten; vastlijmen; vastmaken; vastpinnen; vastplakken; vastprikken; vastspelden; vastzetten
heften aanhechten; nieten; vastnieten aan elkaar kleven; aaneenplakken; aanhechten; aanleggen; aanmeren; afmeren; bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; klitten; lijmen; meren; opplakken; opprikken; plakken; vastbinden; vasthechten; vastleggen; vastlijmen; vastmaken; vastmeren; vastnaaien; vastplakken; vastzetten; verbinden; verzekeren
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Rückendrahtheftung nieten

Verwandte Wörter für "nieten":


Verwandte Übersetzungen für niet