Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. sportief:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für sportief (Niederländisch) ins Deutsch

sportief:

sportief Adjektiv

  1. sportief
    sportlich; fair

Übersetzung Matrix für sportief:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fair sportief billijk; cru; eerlijk; fair; geschikt; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe rechtaan; redelijk; ronduit; schappelijk
sportlich sportief sportlievend

Verwandte Wörter für "sportief":

  • sportiefst, sportiefste

Verwandte Definitionen für "sportief":

  1. wat gemakkelijk zit en vlot staat1
    • wat een sportieve trui draagt die Jasper weer1
  2. wie goed tegen zijn verlies kan1
    • het is sportief om de winnaar na afloop een hand te geven1
  3. wie zich voor zijn plezier lichamelijk inspant1
    • Jan is erg sportief: hij voetbalt en hij tennist1

Wiktionary Übersetzungen für sportief:

sportief
adjective
  1. so, dass es sehr dynamisch oder sportlich wirkt; vom Sport geprägt

Cross Translation:
FromToVia
sportief sportlich sportifqui se rapporter ou est propre au sport.

Computerübersetzung von Drittern: