Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- verhelen:
-
Wiktionary:
- verhelen → verstecken, bergen, hehlen, verbergen, verhehlen, verheimlichen
Niederländisch
Detailübersetzungen für verhelen (Niederländisch) ins Deutsch
verhelen:
-
verhelen (verzwijgen; achterhouden)
verschweigen; verheimlichen; verstecken; zurückhalten; verbergen-
verheimlichen Verb (verheimliche, verheimlichst, verheimlicht, verheimlichte, verheimlichtet, verheimlicht)
-
zurückhalten Verb (halte zurück, hälst zurück, hält zurück, hielt zurück, hieltet zurück, zurückgehalten)
Konjugationen für verhelen:
o.t.t.
- verheel
- verheelt
- verheelt
- verhelen
- verhelen
- verhelen
o.v.t.
- verheelde
- verheelde
- verheelde
- verheelden
- verheelden
- verheelden
v.t.t.
- heb verheeld
- hebt verheeld
- heeft verheeld
- hebben verheeld
- hebben verheeld
- hebben verheeld
v.v.t.
- had verheeld
- had verheeld
- had verheeld
- hadden verheeld
- hadden verheeld
- hadden verheeld
o.t.t.t.
- zal verhelen
- zult verhelen
- zal verhelen
- zullen verhelen
- zullen verhelen
- zullen verhelen
o.v.t.t.
- zou verhelen
- zou verhelen
- zou verhelen
- zouden verhelen
- zouden verhelen
- zouden verhelen
diversen
- verheel!
- verheelt!
- verheeld
- verhelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze