Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. wikkel:
  2. wikkelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wikkel (Niederländisch) ins Deutsch

wikkel:

wikkel [de ~ (m)] Nomen

  1. de wikkel (enveloppe; couvert; omslag)
    der Umschlag; Kuvert; der Schutzumschlag

Übersetzung Matrix für wikkel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Kuvert couvert; enveloppe; omslag; wikkel briefomslag
Schutzumschlag couvert; enveloppe; omslag; wikkel stofomslag
Umschlag couvert; enveloppe; omslag; wikkel boekomslag; briefomslag; dekblad; envelop; kaft; keer; kentering; kompres; kompresverband; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; overslag; schutblad

Verwandte Wörter für "wikkel":


Wiktionary Übersetzungen für wikkel:


Cross Translation:
FromToVia
wikkel Banderole; Papierstreifen; Streifen; Streifband; Verschlußband banderole — Petite bande d’étoffe flottante en forme de flamme.

wikkel form of wikkelen:

wikkelen Verb (wikkel, wikkelt, wikkelde, wikkelden, gewikkeld)

  1. wikkelen
    wickeln; einwickeln
    • wickeln Verb (wickele, wickelst, wickelt, wickelte, wickeltet, gewickelt)
    • einwickeln Verb (wickele ein, wickelst ein, wickelt ein, wickelte ein, wickeltet ein, eingewickelt)

Konjugationen für wikkelen:

o.t.t.
  1. wikkel
  2. wikkelt
  3. wikkelt
  4. wikkelen
  5. wikkelen
  6. wikkelen
o.v.t.
  1. wikkelde
  2. wikkelde
  3. wikkelde
  4. wikkelden
  5. wikkelden
  6. wikkelden
v.t.t.
  1. heb gewikkeld
  2. hebt gewikkeld
  3. heeft gewikkeld
  4. hebben gewikkeld
  5. hebben gewikkeld
  6. hebben gewikkeld
v.v.t.
  1. had gewikkeld
  2. had gewikkeld
  3. had gewikkeld
  4. hadden gewikkeld
  5. hadden gewikkeld
  6. hadden gewikkeld
o.t.t.t.
  1. zal wikkelen
  2. zult wikkelen
  3. zal wikkelen
  4. zullen wikkelen
  5. zullen wikkelen
  6. zullen wikkelen
o.v.t.t.
  1. zou wikkelen
  2. zou wikkelen
  3. zou wikkelen
  4. zouden wikkelen
  5. zouden wikkelen
  6. zouden wikkelen
diversen
  1. wikkel!
  2. wikkelt!
  3. gewikkeld
  4. wikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wikkelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
einwickeln wikkelen emballeren; inpakken; inpalmen; inwikkelen; ompraten; overhalen; overreden; overtuigen; verpakken
wickeln wikkelen bakeren; inpakken; inpalmen

Verwandte Wörter für "wikkelen":


Wiktionary Übersetzungen für wikkelen:


Cross Translation:
FromToVia
wikkelen wickeln swaddle — to bind a baby
wikkelen aufwickeln wind — turn coils of something around
wikkelen rollen; wickeln enroulerrouler plusieurs fois une chose autour d’une autre, ou sur elle-même.