Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->übersetze bleuheid

übersetze bleuheid von Niederländische ins Englisch

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

bleuheid:
- shyness; timidity; timorousness
bleu:
- shy; timid; bashful; diffident

Niederländisch

Detailübersetzungen für bleuheid (Niederländisch) ins Englisch

bleuheid:

bleuheid [znw.] Nomen

bleuheid
the shyness; the timidity; the timorousness
- shyness [the ~] Nomen
- timidity [the ~] Nomen
- timorousness [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für bleuheid:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
shyness	bleuheid	bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid
timidity	bleuheid	bedeesdheid; beschroomdheid; eenkennigheid; geslotenheid; schroom; schroomvalligheid; schuchterheid; schuwheid; timiditeit; verlegenheid
timorousness	bleuheid	bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schroomvalligheid; schuchterheid; schuwheid; timiditeit; verlegenheid

Verwandte Wörter für "bleuheid":

bleu

bleu:

bleu Adjektiv

bleu (timide; verlegen; schuchter; bedeesd; beschroomd; schroomvallig)
shy; timid; bashful; diffident
- shy Adjektiv
- timid Adjektiv
- bashful Adjektiv
- diffident Adjektiv

Übersetzung Matrix für bleu:

Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
bashful	bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen	bedremmeld
diffident	bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen	bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig
shy	bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen	eenkennig; eenzelvig; introvert; kopschuw; mensenschuw; schuw; teruggetrokken
timid	bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen	eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; schichtig; schrikachtig; teruggetrokken; vreesachtig

Verwandte Wörter für "bleu":

bleuheid, bleue