Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. dralen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für dralen (Niederländisch) ins Englisch

dralen:

dralen Verb (draal, draalt, draalde, draalden, gedraald)

  1. dralen (blijven hangen; talmen)
    to linger; to hang around; to hang about
    • linger Verb (lingers, lingered, lingering)
    • hang around Verb (hangs around, hung around, hanging around)
    • hang about Verb (hangs about, hung about, hanging about)
  2. dralen (talmen; hannesen; zeiken; )
    to procrastinate; to dawdle; to linger; to retard; to saunter; to tarry; to delay; to put off
    • procrastinate Verb (procrastinates, procrastinated, procrastinating)
    • dawdle Verb (dawdles, dawdled, dawdling)
    • linger Verb (lingers, lingered, lingering)
    • retard Verb (retards, retarded, retarding)
    • saunter Verb (saunters, sauntered, sauntering)
    • tarry Verb (tarries, tarried, tarrying)
    • delay Verb (delaies, delayed, delaying)
    • put off Verb (puts off, put off, putting off)
  3. dralen (treuzelen; talmen; drentelen; teuten)
    to linger; to dawdle; to tarry; to loiter; to waffle
    • linger Verb (lingers, lingered, lingering)
    • dawdle Verb (dawdles, dawdled, dawdling)
    • tarry Verb (tarries, tarried, tarrying)
    • loiter Verb (loiters, loitered, loitering)
    • waffle Verb (waffles, waffled, waffling)

Konjugationen für dralen:

o.t.t.
  1. draal
  2. draalt
  3. draalt
  4. dralen
  5. dralen
  6. dralen
o.v.t.
  1. draalde
  2. draalde
  3. draalde
  4. draalden
  5. draalden
  6. draalden
v.t.t.
  1. heb gedraald
  2. hebt gedraald
  3. heeft gedraald
  4. hebben gedraald
  5. hebben gedraald
  6. hebben gedraald
v.v.t.
  1. had gedraald
  2. had gedraald
  3. had gedraald
  4. hadden gedraald
  5. hadden gedraald
  6. hadden gedraald
o.t.t.t.
  1. zal dralen
  2. zult dralen
  3. zal dralen
  4. zullen dralen
  5. zullen dralen
  6. zullen dralen
o.v.t.t.
  1. zou dralen
  2. zou dralen
  3. zou dralen
  4. zouden dralen
  5. zouden dralen
  6. zouden dralen
diversen
  1. draal!
  2. draalt!
  3. gedraald
  4. dralend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für dralen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
delay onderbreking; oponthoud; respijt; uitstel; verlet; vertraging
waffle gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat; wafel
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dawdle aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren
delay aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren aarzelen; dubben; onderuitgaan; ophouden; slippen; talmen; temporiseren; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; vertragen; wegschieten; weifelen
hang about blijven hangen; dralen; talmen niksen; rondhangen; rondlummelen
hang around blijven hangen; dralen; talmen
linger aarzelen; blijven hangen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren aarzelen; blijven; dubben; talmen; toeven; vertoeven; verwijlen; weifelen
loiter dralen; drentelen; talmen; teuten; treuzelen blijven; toeven; vertoeven; verwijlen
procrastinate aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren aarzelen; twijfelen; weifelen
put off aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren aarzelen; opschorten; opschuiven; rekken; twijfelen; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven; weifelen
retard aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren ophouden; rekken; temporiseren; vertragen
saunter aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren drentelen; flaneren; kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; wandelen
tarry aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren aarzelen; dubben; talmen; twijfelen; weifelen
waffle dralen; drentelen; talmen; teuten; treuzelen kwijlen; leuteren; zeveren
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tarry teerachtig

Computerübersetzung von Drittern: