Niederländisch
Detailübersetzungen für klodder (Niederländisch) ins Englisch
klodder:
Übersetzung Matrix für klodder:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
blob | kledder; klodder; kwak; lik | BLOB; blob |
clot | kledder; klodder; kwak; lik | klont; klonter |
dab | kledder; klodder; kwak; lik | schar |
slush | kledder; klodder; kwak; lik | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik; sneeuwwater |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
clot | klonteren; opstijven | |
dab | afbetten; betten; bevochtigen; deppen |
Verwandte Wörter für "klodder":
klodderen:
Konjugationen für klodderen:
o.t.t.
- klodder
- kloddert
- kloddert
- klodderen
- klodderen
- klodderen
o.v.t.
- klodderde
- klodderde
- klodderde
- klodderden
- klodderden
- klodderden
v.t.t.
- heb geklodderd
- hebt geklodderd
- heeft geklodderd
- hebben geklodderd
- hebben geklodderd
- hebben geklodderd
v.v.t.
- had geklodderd
- had geklodderd
- had geklodderd
- hadden geklodderd
- hadden geklodderd
- hadden geklodderd
o.t.t.t.
- zal klodderen
- zult klodderen
- zal klodderen
- zullen klodderen
- zullen klodderen
- zullen klodderen
o.v.t.t.
- zou klodderen
- zou klodderen
- zou klodderen
- zouden klodderen
- zouden klodderen
- zouden klodderen
diversen
- klodder!
- kloddert!
- geklodderd
- klodderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für klodderen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
blot | moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje | |
daub | flard; homp; lap; lor; prul; vod; vodje | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
blot | kladderen; kliederen; klodderen | bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen |
daub | kladderen; kliederen; klodderen | bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen |
make blots | kladderen; kliederen; klodderen |