Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. smachtend:
  2. smachten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für smachtend (Niederländisch) ins Englisch

smachtend:

smachtend Adjektiv

  1. smachtend (hunkerend; verlangend; reikhalzend)
    yearning; longing; hankering

Übersetzung Matrix für smachtend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hankering hunkeren; smachten; verlangen
longing begeerte; begeren; hunkeren; hunkering; lust; smachten; verlangen; wens; wensen; zucht
yearning begeerte; begeren; hunkering; lust; smachten; verlangen; wens; wensen; zucht
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hankering hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend
longing hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend
yearning hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend

smachten:

smachten [het ~] Nomen

  1. het smachten (verlangen; wensen; zucht; begeren; lust)
    the desire; the wish; the yearning; the craving; the wanting; the longing
  2. het smachten (hunkeren; verlangen)
    the hankering; the longing

smachten Verb (smacht, smachtte, smachtten, gesmacht)

  1. smachten (kwijnend verlangen; snakken; kwijnen)
    to yearn
    – desire strongly or persistently 1
    • yearn Verb (yearns, yearned, yearning)
    to long for; to languish; to pine
    – have a desire for something or someone who is not present 1
    • long for Verb (longs for, longed for, longing for)
    • languish Verb (languishes, languished, languishing)
    • pine Verb (pines, pined, pining)
      • I am pining for my lover1

Konjugationen für smachten:

o.t.t.
  1. smacht
  2. smacht
  3. smacht
  4. smachten
  5. smachten
  6. smachten
o.v.t.
  1. smachtte
  2. smachtte
  3. smachtte
  4. smachtten
  5. smachtten
  6. smachtten
v.t.t.
  1. heb gesmacht
  2. hebt gesmacht
  3. heeft gesmacht
  4. hebben gesmacht
  5. hebben gesmacht
  6. hebben gesmacht
v.v.t.
  1. had gesmacht
  2. had gesmacht
  3. had gesmacht
  4. hadden gesmacht
  5. hadden gesmacht
  6. hadden gesmacht
o.t.t.t.
  1. zal smachten
  2. zult smachten
  3. zal smachten
  4. zullen smachten
  5. zullen smachten
  6. zullen smachten
o.v.t.t.
  1. zou smachten
  2. zou smachten
  3. zou smachten
  4. zouden smachten
  5. zouden smachten
  6. zouden smachten
en verder
  1. ben gesmacht
  2. bent gesmacht
  3. is gesmacht
  4. zijn gesmacht
  5. zijn gesmacht
  6. zijn gesmacht
diversen
  1. smacht!
  2. smacht!
  3. gesmacht
  4. smachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für smachten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
craving begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aandrang; aandrift; ademstoot; begeerte; drang; drift; heftig verlangen; hunkering; impuls; lust; neiging; verlangen; wens; zucht
desire begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; drift; genoegen; genot; heftig verlangen; hevig verlangen; hunkering; lust; verlangen; wellust; wens
hankering hunkeren; smachten; verlangen
longing begeren; hunkeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; hunkering; verlangen; wens
pine dennenboom; greneboom; grenen; grenenhout; grove den; grove spar; mastspar; pijnboomhout; sparrenboom
wanting begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht
wish begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; hevig verlangen; laatste wens; opzet; plan; verlangen; voornemen; wens; wil
yearning begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; hunkering; verlangen; wens
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ache to kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken
desire begeren; hunkeren; sterk verlangen; verlangen
languish kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken hopen; kwijnen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verkwijnen; verlangen; wegkwijnen; wegslinken
long for kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken hopen; kwijnen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verkwijnen; verlangen; wegkwijnen
pine kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken hopen; kwijnen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verkwijnen; verlangen; wegkwijnen
wish begeren; toewensen; verlangen; wensen; willen
yearn kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken graaien; grijpen; grissen; hopen; jatten; pikken; snaaien; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; wegkapen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hankering hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend
longing hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend
yearning hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend

Wiktionary Übersetzungen für smachten:

smachten
verb
  1. ~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert
smachten
verb
  1. strongly desire
  2. crave sexual contact
  3. to pine away with longing
  4. to have or indulge inordinate desire
  5. to wish for with eagerness
  6. to have a strong desire; to long
  7. have strong desire for

Cross Translation:
FromToVia
smachten breathe; inhale; aspirate; aspire; long for; yearn; ache; long; ache for; aspire to; hope for aspirer — Traductions à trier suivant le sens
smachten sigh; long for; yearn; ache; long; ache for soupirerpousser des soupirs.