Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. sober:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für sober (Niederländisch) ins Englisch

sober:

sober Adjektiv

  1. sober (eenvoudig; matig)
    sober; scanty; frugal; austere

Übersetzung Matrix für sober:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
austere eenvoudig; matig; sober dunnetjes; magertjes; schraal; schraaltjes; sobertjes
frugal eenvoudig; matig; sober economisch; frugaal; onvolwaardig; spaarzaam; zuinig; zuinigjes
scanty eenvoudig; matig; sober karig; krap; niet overvloedig
sober eenvoudig; matig; sober dunnetjes; ingetogen; magertjes; niet beschonken; nuchter; schraal; schraaltjes; sobertjes; stemmig

Verwandte Wörter für "sober":


Wiktionary Übersetzungen für sober:

sober
adjective
  1. zonder franje of vrolijkheid, gematigd
sober
adjective
  1. modest, quiet, reserved
  2. not extravagant

Cross Translation:
FromToVia
sober receptive; moderate; reasonable; approachable; communicative; get-at-able; accessible abordable — rare|fr Qu’on peut aborder.

Computerübersetzung von Drittern: